53 Om den vijand liet brengen van een overmachtig vuur op eenc batterij tc bemoeilijken, beliooren in eenc kustbatterij de vuurmonden niet aan eengesloten, maar, indien de plaatselijke gesteldheid dat toelaat, zooveel mogelijk verspreid tc worden geplaatst. De soort der vuurmonden, waarmede de kust batterijen bewapend moe toen wordenhangt grootendeels af van hare hoogte boven den water spiegel. Bij laag gelegen batterijen hadden gladde vuurmonden van groot kaliber (25, 27,5 en 37,5 duim) eene krachtige uitwerking tegen ge pantserde schepenzoo de projectilen den koepel van zoodanig vaartuig troffensprongen de koppen en bouten van de pantsering af, werd het draaitoestel van den koepel verwrongen en deed zich de schok zoodanig gevoelendat bij een tweede schotdicht bij het eerste treffendde koe pel somtijds doorboord werd. Bij batterijen met aanzienlijk kommandement had het plongeerend vuur van getrokken vuurmonden eenc vernielende uitwerking op het bovendek van de pantservaartuigen. Men oordeelde het derhalve doelmatig omzoo het terrein zulks toeliet, lage batterijen met gladzielsvuurmondeu van zwaar kaliber te doen samenwerken met hooger geplaatste zware getrok ken stukken. Dat, zonder versperringen, geen kustbatterijen in staat zijn eene vijan delijke vloot tegen tc houden, is gebleken door het forceeren van verschei dene batterijen, die in Hoofdstuk V van het hierbehandeldc werk nader worden omschreven; dat ook eene gedeeltelijke versperring daarvoor on voldoende is, wordt in Hoofdstuk VI aangetoond; het forceeren van fort Morgan door de vloot van admiraal Farnigui is daarbij als bewijs aan gehaald. Bij volkomen versperringen, die doelmatig zijn aangelegd en behoorlijk bestreken worden door het vuur des verdedigers, kan daarentegen aan opruiming, en dus ook aan doortocht van 's vijands schepen niet wel wor den gedacht. Het spreekt echter van zelf, dat zoodanige volkomen ver sperring slechts in den uitersten nood mag worden gesteld, daar zij het vaarwater bederven moet en alzoo den verdediger ook veel nadeel kan berokkenen. Men zal zich alzoo veelal met gedeeltelijke versperring moe ten behelpen, en het open blijvend gedeelte van het vaarwater, behalve door de kustbatterijen, moeten verdedigen door gepantserde en zwaar ge wapende vaartuigen en stoombalterijen, De inzichten van den Admiraal Purter omtrent de kustverdediging vor- men het 8C Hoofdstuk van von Scheliha's arbeid. Van de daarin voor komende bijzonderheden wijzen wij op de' volgende. Vuurmonden en be- O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 60