600 Men moet bekennendat hij zich strikt aan dit gedeelte van zijn programma gehouden heeft. Met bloed en ijzer zijn de slagvelden van Sadowa, Kissingen, Worth, Metz en Sédan bedekt en spoedig zal de eeuwenoude strijd, voor de poorten van Parijs, worden uitgestreden. Dan echter moet het gedaan zijn. Uit het zaad van bloed en staal moet dan de consequentie der bevrediging, uit deze de vrede en hieruit de vrijheid haren oorsprong vinden. Is Frankrijk binnen zijne //natuurlijke grenzen" achter de Vogezen terugge worpen heeft het gezworen om zich nimmer meer met de zaken van Duitsch- land te bemoeien, dan zal Duitschland zijne wapenen in de tuighuizen opbergen, en het eerste zijn 0111 getrouw en eerlijk, als goede buurman, de hand aan hetzelfde Frankrijk aantebieden, dat het in een eerlijken strijd ternedergeveld had. Bit zijn yeene illusies. Europa zal er mede gebaat zijn, en von Bismarck zal hiervoor den dank der wereld inoogsten. Maar zoo ver zijn wij nog niet. Wat helpen alle mogelijke, alle maar bedenkelijke redeneeringen en beschou wingen, zoo lang de tempel des oorlogs nog zoo wijd open staat? En toch kunnen wij ons het genoegen niet ontzeggenom nog voor eenigen tijd het ge duld van den lezer in beslag te nemen. Wij zijnwel is waarwat ver ver wijderd van het tooneel des oorlogs en moeten onze meening uit de gegevens putten, welke de veelal min of meer partijdige pers ons verstrekt, maar dit neemt niet weg, dat men uit die gegevens zeer veel kan opmerken, wat men, als onpartijdig toeschouwer, op de plaats-zelve wellicht niet zou kunnen zien. Het treft ons b. v. bijzonder, hoe uiteenloopend de oordeelvellingen van be voegde autoriteiten zijn omtrent liet beleg van Parijs. De eene noemt de verdediging, de andere de belegering eene dwaasheid. Vooral de laatstgenoemde wordt veelvoudig veroordeelden het is speciaal de belgische luitenant-kolonel van de Velde, die zich ten nadeele van den bele geraar heeft doen hooren. Ik haal hier het een en ander aan wat hij als zeker aanneemt, en zal mij later veroorloven daartegen optekomen. //Kortom, zoo zegt hij, eene insluiting van Parijs is niet mogelijk; een ge- //regeld beleg zou groote moeielijkheden opleveren, en den oorlog tot in het //oneindige rekken; en een bombardement, indien het al mogelijk ware, zou //tot geen ander resultaat kunnen leiden, dan dat het hem, die het gelastte, //aan de verachting der geheele wereld zoude blootstellen." Eene insluiting niet mogelijk? Hooren wij, wat hieromtrent von Bismarck aan den correspondent van den Standard antwoordde //Goed" zeide hij, //wij zullen het niet in waren zin insluiten, doch onze le dgers zoo goed mogelijk posteeren. Onze 50,000 kavalleristen zullen dan het //overige wel doen; zij zullen wel zorgen dat er geen kruimel brood wordt bin- //nen gesmokkeld,"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 610