602
In plaats dus, dat ik de belegeraars zoude willen beschuldigen, vind ik het
meer gepast, de besehuldiging op de hoofden der verdedigers te doen nedervallen.
Dezen kennen de gevolgen, aan de verdediging van Parijs verbonden. Zij moe
ten beoordeelenof het doeldat ze zich daarmede voorstellendie gevolgen
waard is.
Ik maak van deze gelegenheid gebruikom er op te wijzendat het onver
antwoordelijk is, groote steden in het binnenland tot vestingen te maken. Het
nadeel dat voor haar, in tijd van oorlog, hieruit voortvloeit, is ontzettend. Dit
heeft men in Duitschland zeer goed ingezien, want daar zijn alle hoofdsteden,
waar zich de zetels der gouvernementen en rijke verzamelingen van kunstschatten
enz. bevinden, gedurende de laatste vijftig jaren ontmanteld en in open steden
heerschapen. Ik noem hier WfeenenBerlijn, MunchenBreslau enz.
Heeft de vijand de bolwerken der nationale verdediging, het leger en de ves
tingen verslagen of ingenomendan is het dwaas om nog een laatsten slag in
de rijke hoofdstad te wagen, daar de ondervinding leert, dat dit, zoo geen ont
zet meer mogelijk is, tot niets kan leiden.
Een ander geval is het, wanneer de hoofdstad aan zee ligt of mijlen ver door
ondenvaterzetting omgeven kan worden. Amsterdam, Venetië, Genua en andere
voorname zeeplaatsen maken hier niet alleen eene uitzondering, maar behooren
in de eerste plaats genoemd te wordenwanneer van natuurlijke bolwerkendoor
kunst versterkt, gesproken wordt. Maar hoe moeilijk b. v., juist Amsterdam,
door zijne ligging en zijn stelsel van inundaties, ook kan aangetast wórden,
zoude liet zich niet staande kunnen houden, wanneer de vijand zich meester van
de zee gemaakt had. Is de Helder genomen, kan de vijand door de Zuiderzee
in het Y komendan helpt ook de inundatie niets meer.
Zoodra Radetzky aan de Venetianen den toevoer over zee afgesneden had, was
Venetië verloren, hoe wanhopend het zich ook verdedigde.
Dit laatste is op Parijs toepasselijk. Als men daar niet meer te eten zal heb
benzal het ook met de goede voornemens uit zijn; vooral wanneer men weet,
hoe Koning Wilhelm en von Bismarck er over denken.
nCeterum censeo Carthaginem esse delendamzeide M. P. Cato de oudere.
Overigens stem ik voor de verwoesting (hier het bombardementvan CarthagoY
(hier Parijs
XIV.
Metz is gevallen. Den 27sten October heeft maarschalk Bazaine met drie maar
schalken 6000 officieren en 173,000 man gecapituleerd.
Ontzettend cijfer! ongehoord in de krijgsgeschiedenis. Oordeelden wij niet
juist, toen wij de fransche tactiek, in den beginne van dit opstel, met het oog-
op de opsluiting van troepen in vestingen afkeurden De geschiedenis van de
zen oorlog, door bevoegde beoordeelaars verhaald, zal hoogstwaarschijnlijk la-