608 vernieling van al die kunstmatige dekkingsrniddelen waarvan die troepen zich in den oorlog kunnen bedienen. De mitrailleuse kan slechts een soort van kartets- of granaatvuur voort brengen. De kartetsen der Gatlingkanonnen kunnen op zeer kleine af standen 2 of 3 veldstukken vervangenmaar daarentegen zal de uit werking dier kanonnen op afstanden boven de 1200 pas te velde, waai de afstanden niet nauwkeurig bekend zijn, denkelijk ver beneden de ver wachting blijven, vooral omdat men geen middel heeft om de geschatte afstanden te verbeteren, zooals zulks bij het granaatkartetsschot wel het geval is. Evenwel heeft de mitrailleuse ook eenige voordeelenna elk schot moet het gewoon kanon op nieuw gericht worden, wat bij de mi trailleuse niet noodig is, en de uitwerking der granaatkartetsen is afhan kelijk van het juist tempeerenwat in gevaarlijke oogenblikken dikwijls met overhaasting geschiedt. Bij de verdediging van défilés, vooral daar, waar vijandelijke storm- kolonnes door goed aangebrachte hindernissen opgehouden worden, en de afstand van deze nauwkeurig bekend kan zijn, zullen de mitrailleuses al- zoo de voorkeur verdienen boven veldgeschut. Dergelijke omstandigheden doen zich echter te velde niet dagelijks en steeds zeldzamer voor, omdat men er hoe langer hoe meer van terugkomt om sterke positiën dadelijk in front aan te vallen; het blijft dus twijfelachtig, of het de moeite zal beloonen om nevens het eenvoudige, algemeen bruikbare veldgeschut nog kostbare werktuigen te velde mede te voerendie slechts in zeer enkele gevallen een bijzonder nut kunnen doen. De onbeduidende terugloop en de geringe rookontwikkeling der mitrail leuses laten deze in kasematten enz. met voordeel aanwenden; zij kun nen verder nog, op de wijze der amerikaansche Requa-batterijennuttig gebezigd worden in landingsbooten, licht gebouwde vaartuigen, en in loop graven tegen de schietgaten des verdedigers en tegen uitvallen des vijands. In al deze gevallen hebben ze het voordeel, in zeer beperkte ruimten gebezigd te kunnen worden. Uit het bovenstaande vermeenen wij de gevolgtrekking te mogen maken, dat de mitrailleuse geenerlei ommekeer in de tot nu toe gevolgde vechtwijze zal kunnen veroorzaken, en dat zij geene groote toekomst te gemoet zal gaan. Spoedig zullen haar vermoedelijk weder nieuwe uitvindingen opvol gen; kanon en geweer zijn nog voor menige verbetering vatbaar; de gele genheid om het vertrouwen van den troep in zijne bewapening te schok ken zal nog dikwijls aangeboden worden, en de vraag is, of niet in de troepen-zelven een middel tegen dergelijke onrust op te wekken ware.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 618