De betrekking van den redacteur waarborgt ons juist dat wij een dege lijk werkje en geen schampschrift krijgen, daar juist de opname van loftui tingen op den Legerkomrnandant als anderzins hem bespottelijk zou maken, en tegelijk eene ongepaste afkeuring tegen de handelingen van den hoog- sten chef wordt tegengehouden. En waarom zou men gaan wenschen naar een aantal anonyme stukken met hatelijke beoordeelingen of half uitgedrukte en onmogelijke wenschen, of naar louanges, daar waar geen beoordeeling gevraagd wordt of noodig is De positie van den officier is wel ook iu sommige opzichten onafhan kelijk; maar daarbij is hij ook burger van de disciplinaire maatschappij, den militairen stand; hij is handhaver der krijgstucht; rangen blijven bestaan, en zoo al de richting der eeuw het medebrengt, dat het zoowel den jongsten luitenant als den oudsten kapitein vergund is zijne opinie te zeggen, toch blijft ook buiten dienst de kapiteinkapitein; een afstand moet steeds geprononceerd blijven bestaan, en die afstand vordert dan ookdat handelingen van chefs niet gecritiseerd moeten wordenvoor dat het bewezen is, dat zij bepaald onrechtvaardig en onbillijk zijn, en de weg van wettige reclame gesloten is. Wat nu de duidelijk gebleken sympathie betreft, die de Legerkomrnandant voor het tijdschrift getoond heeft, vermeen ik, dat deze niet anders dan gunstige gevolgen kan hebben. Reeds verscheidene tijdschriften gingen te niet door een ongeregelde be taling; de op het oogenblik plaats hebbende betalingswijze is voor alle officieren verreweg de gemakkelijkste, en daarenboven de zekerste waarborg, dat het tijdschrift van die zijde niet weder met den ondergang bedreigd wordt. En wie anders dan de Legerkomrnandant kon die regeling uitvoeren Verder is ons het vooruitzicht geopend dat wij een blik zullen slaan in hel archief. Mij dunkt, die kennismaking kan interessant zijn. Wij zullen onze voorgangers nader in hunne handelingen leeren kennenen een toedracht van zaken zal duidelijk worden, tot nu toe met den sluier van het geheimzinnige bedekt. Ts daarin ook niet de medewerking van den Legerkomrnandant onmisbaar? Maar op deze wijze kom ik maar niet op mijn verhaal; ik voor mij hoop van harte, dat het tijdschrift bewijzen zal, degelijk, nuttig en aan genaam te zijn; dat de kritiek uit het moederland toonen zal, al is deze voor eerstbegiunenden soms wat scherp, dat men zich daar toch verwon dert, dat die Indische wapenbroeders ook nog al wat degelijks, nieuws en goeds kunnen schrijven; dat ook in Indië de vurige begeerte bestaat naar de hulpmiddelen om vooruit te komen, 0111 niet telkens tegengehouden te worden door eene stiefmoederlijke behandeling, die immer weer het geld, zoo noodig tot krachtige ontwikkeling weigert; dat hier niet alleen het 60

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 67