01
doel der officieren is, oin voor Nederland lauweren te plukken onder de
afmattende tropische zon, maar dat zij hun tijd willen besteden om zich,
zooveel de hulpmiddelen dit toelaten, op de hoogte der wetenschap te
houden, en zich waardige zonen van de eeuw van vooruitgang te toonen.
Het doel van mijn schrijven is, om in weinige woorden een onmisbaar
hulpmiddel tot ontwikkeling aan te toonen; te wijzen op liet inoeielijke
van eigen studie, op het gemis aan leiding, en hoe dit gebrek zou kunnen
worden tegengegaan, door de oprichting eener applicatie-school.
Daartoe zullen wij achtereenvolgens nagaan:
lu. Is een applicatie-school nuttig?
2°. Hoe moet zij samengesteld worden?
3°. Zal zij practisch nuttige gevolgen hebben?
1°. Er werd reeds lang geschreven en gesproken over eene verbetering
van wetenschappelijke bijeenkomstentheoriën voor officieren enz.en dat
het onderwijs of het in herinnering brengen van het geleerde bij officieren
verbetering behoefde, was een vrij algemeen erkende waarheid.
De Algemeene Order N°. OS van 1869 zal dan ook voorzien in het
gebrekkige der wetenschappelijke bijeenkomsten, en de toekomst zal leeren
of de tegenwoordig aangenomen methode meer tot studie prikkelt dan de
vroegere. Deze was dan toch ook in vele opzichten allergebrekkigst; er
behoort eene ondenkbare ambitie toe, om lust en ijver voor vergaderingen
te houden, waarvan bladzijde 8 11 over militair regt, of de positie van
den soldaat zonder geweer en de bewegingen van het hoofd rechts en
links gerepeteerd wordt. Mij dunkt, dat men moeielijk tot een meer pri
mitieven staat van onderwijs zou kunnen teruggaan, tenzij men de solo's
waartoe men verviel bij het antwoorden op. de beurt, verving door koren,
waarin de volle melodie der krijgshaftige borsten tegelijkertijd de para
grafen voordroeg. Dat zulke vergaderingen geparodieerd werden, dat zij
door liberale chefs gewijzigd of vergeten en door reglementaire chefs stipt
gevolgd werden dat zij de cauchemar waren van iedereenbehoeft geen betoog.
Ik hoorde dat zelfs kapiteins na meer dan 20 jaren hunne reglementen
in praktijk gebracht te hebben, en die in het ridderkruis het bewijs rond
droegen, die praktijk te kennen, genoodzaakt werden op hun beurt bij de
repetitie der soldatenschool te antwoorden.
Daar voert men als bewijs tegendat er ook luitenants zijn die wel
degelijk aan een primitieve opleiding behoefte hebbenen dat het niet lang
geleden voorkwam, dat er eene op de vraag: een model wiskunstige stel
ling te bewijzen, antwoordde, //dat weet ik niet, wij hebben maar tot
bladzijde 20."