Neenzulke voorbeelden en duizenden die wellicht nog kunnen worden aangehaald, bewijzen hoegenaamd niets. De wijze van ontwikkeling, waarbij voortdurend reglementen, militair recht, beginselen van wiskunst, paragraafsgewijze opgegeven en gerepeteerd worden, is geest- en ambitiedoodend. Wel is het genoeg bekend, dat vele jonge officieren kennis van reglementen noodig hebbendat zelfs zonder opheldering bataillons-, linie- of batterijschool voor sommigen on duidelijk zijn, laten wij dat alles aannemen,maar dan zullen eenige morgens, door een verstandig chef, die bij de practisehe oefeningen streng ziet naar de reglementaire ontwikkeling zijner officieren, aan een duidelij- ken uitleg besteedgepaard met theoretische en later practisehe voorbeel denmeer uitwerken, dan die stelselmatige eentoonige sleur, waarbij regle menten dof van buiten geleerd en met tegenzin gerepeteerd worden. Bovengenoemde Algemeene Order voorziet ook in het gebrek aan regle menten-kennis, door jonge officieren onder leiding van een kapitein theorie te doen houden. Daar die bepaling uitgestrekt wordt tot hendiehoe oud ooktoonen hunne reglementen niet te kennenzal ijdelheid hier meer uitrigten dan 25 uren, doorgebracht voor een bord vol horizontale en verticale streepjes, waarbij alles zoo prachtig aanschouwelijk wordt voor gesteld. Vele chefs volgen ook betere theoriën; andere zouden ook wel wat hoo- ger willen opgaan, maar de beperkte blik die men tot het afleggen van het examen voor officier der infanterie in wiskunde enz. heeft moeten slaan, maakt daarin den horizon verder dan de eigenschappen van den cir kel wel wat duister. Andere willen niet dat die //geleerde academie- officieren" altijd willen toonen, meer te weten dan de practisehe officieren der troep, en reglementen blijven het hoofdchapïtre van behandeling. Gelukkig is in dit gebrek gedeeltelijk voorzien door de nieuwe weten schappelijke bijeenkomsten, die nog toonen moeten goed te zijn, maar althans verder klagen over een vroeger bestaand gebrek overbodig maken. Is nu echter daarmede de oorzaak van dat gebrek uitgeroeid, zou hierin ook niet ten minste gedeeltelijk voorzien kunnen worden? De aard van een menschen vooral van heindie in Indië vegeteert, brengt het mede, dat, als men eene zekere hoeveelheid élémentaire be kwaamheden moet opzamelen op 20 tot 25-jarigen leeftijd voor een examen als officier der infanterie, dat men dan niet uit pure ambitie bestellingen van meerdere boeken gaat doenenzonder dat men kans heeftdat het eenigzins op het nummer in de ranglijst invloed uitoefent, gaat werken om die hoeveelheid élémentaire kennis uit te breiden. De vereischten nu voor het examen voor officier der infanterie ziju 62

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 69