63 niet zwaar, en eigenlijk staat men bij de lezing van het programma ver baasd, dat iemand zoo weinig te gelijk kennen moet, en toch later kan meespreken over kogelbanen, indringvermogenspoed, trekken, enz. enz. Dat velen naderhand lust tot verdere ontwikkeling hebbendat velen, met onverdroten ijver te werk gaande, daarin geslaagd zijn; dat bijna allen latei wel eens wenschen om wat meer algemeene kennis opgedaan te hebbendaar zij dan veel beter de tijdschriften zouden begrijpen en met meer genoegen een wetenschappelijk boek lezen, is dunkt mij eene zekerheid. Het leven op buitenposten is eentoonig, romans beginnen te vervelen, de speelbeurs maant tot eene mindering van de partijtjes, de controleur is vervelend, de militaire kommandant lijdt aan de lever: o hemel, hoe komt men zijn tijd door. Gevonden, ik ga een verzameling van mineralen maken, maar. .hoe ze te soiteeien en te taxeerenwat zou een blaaspijp en dekennis van de behandeling daarvan, een kistje met reagentia en een goed begrip van kristallen eene heerlijke hulpbron geven, maar Men komt van de academie op den heerlijken leeftijd van 20 jaar; pas is de roode poort open, en eene verwensching aan die vervelende boeken klonk nog den portier in het oor, toen de poort bijna dicht was. Daar ligt die heerlijke wereldrijdenjagenuitgaanbals, comedie, amours en overwinningen drie heerlijke vrije maanden, zij vliegen om, en menige zucht gaat op reis naar al dat gepasseerde genot terug. Men komt aan, het is verbazend warm, de soesali in het begin onaf zienbaar, en men dankt den hemel als men eindelijk geïnstalleerd is, zijn visites kan beginnen en eens eindelijk uitrusten. Zoo verloopen 3, 4, 5 jaar, misschien langer; het begint te vervelen; men leest in de tijdschrif ten van proeven tegen pantserplaten met glasharde ijzeren projectielen van een stoom-fabriek van zooveel paardenkracht, van revolverkanons repeteer-geweren van klein kaliber, bezoeken op de Parijsche tentoon stelling, en men zucht: //Bah! in dit apenland ziet men niets als krijgs raden en orderweken brrr. Maar men besluit dan toch om te trach ten op de hoogte te blijven, en men begint met allen moed spectators, vreemde tijdschriften te lezenen zonder nederigheid moet men zich de confidence doen, dat men van arbeid en arbeidsvermogen, van integreeren en kogelbaan niets meer begrijpt; en, alleen weer die cursussen door te worstelen Ik word langwijligmaar ik wilde aantoonenhoe er in het algemeen vooi ieder officier van elk wapen, voor ieder individu met weinig uit zondering, een tijd komt, dat behoefte aan eene verdere ontwikkeling der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 70