81 stelsel doorstralende, is een kanker, die te dikwijls aan ons leger knaagt, maar zoo ergens, dan hier wrange vruchten draagt, waar het geldtleven en welzijn van (luizende soldaten. De moed, die gewone eigenschap onzer Indische officieren en soldaten, moet zich niet alleen uiten op het slagveld, in de hitte van het gevecht, maar eveneens in den strijd der gedachtenbewust zelf-bedrog staat gelijk met bedrog jegens anderen gepleegd, en wreekt zich op vreeselijke wijze; in geene zaak echter is de schadelijke uitwerking zoo onberekenbaar diep en rondom zich grijpend, als in de kwestie omtrent ziekenverpleging te velde. Het woord //oorlog" is een vreeselijk centenaars-zwaar woord, dat heinde en ver schrik en ontsteltenis verspreidt, en toch wordt dit woord gedragen en omgeven door een aureool van glans, die niet weg te cijferen is; maar die glans bestaat slechts van uit de verte gezien; hij verschijnt slechts glorievol in de geschiedboek en en voor het nageslacht; van nabij gezien is de oorlog een geesel voor het menschdom; elk ooggetuige weet hiervan te verhalen, en hij, die eenmaal een' Indischen oorlog van eenig belang bijwoonde, zal zich oogenblikken herinneren, waarop het lijden van zijnen evenmenseh hem een' traan van aandoening ontlokte, of een grootsch sterfbed hem stof tot nadenken gaf, en hem leerde inzien, dat het kleine tweelettergrepige woordje //oorlog" gelijk staat met pijn, ellende en jammer aan de eene, en grootsche zelfopoffering aan de andere zijde. Om menschelijk lijden en gevatheid van ziel te leeren kennen, is het niet noodig een slagveld van Solferino te bezoeken, waar ruim 36,000 dooden en gekwetsten den bodem bedekten, of eene bestorming van Sebas- topol bij te wonen, waarbij 28,000 dooden en gekwetsten vielen; iedere belangrijke Indische veldtocht is rijk aan episoden, die zelfs den meest hardvochtigen mensch tot weemoed stemmen. Nadat ik op Borneo's Zuid- en Oostkust, een' door zeven kogelschoten getroffen Branschen soldaat, met verbrijzelde onderste ledematen en een schot door de longen, waarmee hij nog 24 uren voortleefde, op de tot hem gerichte vraag: //hoe hij zich thans bevond", hoorde antwoorden //Ah! mou cher docteur, je souffre comme uil malheureux", en dit op een' toon, waaruit diep lijden, maar tevens volkomen onderwerping sprak; nadat ik een' officier der artillerie bij het richten van deu houwitser, door een schot in de borst getroffenwaaraan hij 26 uren later overleed onder den uitroep //O mijn vader" in eene langdurige flauwte zag neder- storten, en weder zag ontwaken met de vraag, //of de vijandelijke bentings reeds in onze handen waren gevallen"; nadat ik op het bivouak in de nabijheid van de vijandelijke bentings te Ramonia (Zuider- en Ooster- 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 88