HET NIEUW ACHTERLAADGEWEER. Algemeene Beschonwing\ Bij de ach terlaadge weren moet na het. inbrengen der Jadiug, om het kruit op den kogel te doen werken, de loop van achteren gesloten wor den, hetgeen geschiedt door een sluitstuk, dat in den bak of de kast bewogen kan worden. Wapenen, waarvan de sluittoestel zich bij het ope nen en sluiten recht achter- en voorwaarts beweegt, belmoren tot het zoo genaamd houtstelseldat ook op het voor de bewapening van ons leger bestemde de Beaumont-geweer is toegepast. In liet algemeen hebben de bontstelsels, in vergelijking met die, waarbij het sluitstuk in eene andere richting wordt bewogen, het voordeel, dat de patroon bij de lading slechts in den bak behoeft te worden gelegd, om daarna, bij het vooruitbrengen vau den sluittoestelvan zelve op hare plaats in den loop te worden geschoven, hetgeen natuurlijk de snelheid der lading zeer bevordert. Hiertegenover staat het nadeel, dat, wanneer de slagpin bij dat vooruitbrengen van den sluittoestel buiten de voorzijde van dezen laatste uitsteekt, er gevaar ontstaat voor ontijdige ontbranding der patroon. De loop behoort verder aan den achterkant zoodanig gesloten te worden, dat alle gasontsnapping wordt voorkomen, aangezien deze niet. alleen hin derlijk is voor den schutter, maar ook nadeelig werkt op de-juistheid van het schot. De wijze van afsluiting kan in 't. algemeen plaats vinden door het me chanisme van het geweer, of door den vorm der patroon. Bij het stelsel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 399