J'f .J DE ARTILLERIE-SCHOOL. Tot ons genoegen mochten wij uit het naschrift bij ons enkel woord over de artillerie-school lezendat liet X. toch niet zoo geheel en al ernst was met het opheffen der artillerie-schoolimmers wil hij >/eene gelegenheid" hebben voor onderofficieren der artillerie, om zich voor het officiers-examen fe bekwamen. Dat is dus geene volontairs meer, alleen eene school voor onderofficieren vermoedelijk meer in het belang van de individuen dan in 's lands belang i misschien meent X. dat de militaire-school te Meester-Cornelis ook meer in het belang van den onderofficier is; wij gelooven dit niet, evenmin als het gratis studeeren te Breda eene gunst was; zoowel het eene als het an dere waren verplichte maatregelen, om aldus genoegzaam officieren voor den dienst in Indie te krijgen. Ook wij zouden gaarne, als voornaamste middel tot aanvulling, de militaire akademie willen hebben, cu was het zeker, dat die krijgsschool steeds in de behoefte voorzagdan zouden wij het aantal scholieren tot een minimum willen brengen; doch wij blijven be weren, dat de akademie evenmin in de behoefte aan artillerie-als aan in- fantericofficieren. voorzien kan, en dit nu door de meer ongunstige om standigheden nog minder zal doen. De redeneerbng, die X. toch voert tot de conclusie, dat er wel genoeg kadets voor genie en artillerie op de akademie zullen komenbegrijpen wij niet. Dat er ia Holland steeds genoegzaam vrijwilligers voor de genie en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 507