DE OORLOG VAN 1870.
JfcCeue historigcli-strategi^che bescliouwiug.
[Vervolg van hlz. 515.)
VII.
Toen Napoleon Bonaparte in 1797 de Oostenrijkers in Lombardije herhaalde
malen geslagen en den bergpas naar de duitsche provincie Illyrié, bij Tarfis,
stormenderhand genomen had, werd door den aartshertog Karei aan den Oos-
tenrijkschen keizer voorgesteldom het volk in massa tegen den erfvijand op te
roepen.
Hij hield zich overtuigd, dat dit het eenigste nog overblijvende middel was
om de monarchie te redden.
Bij het hof van Weeuen deinsde men echter voor dit denkbeeld terug. Men
meende, dat het in massa opgeroepen volk later niet meer zoo gemakkelijk we
der in toom te houden zou zijn, en maakte liever vrede (van Leoben, 18 April
1797) dan dat men het waagde, zich aan het zoo licht te bewegen clement
toe te vertrouwen.
Men was bevreesd voor het spook der republiek, ofschoon, ten minste in
Oostenrijk, de elementen daarvoor ten eenen male ontbraken.
Hoe is het echter, in het tegenwoordige oogenblik, in Frankrijk daarmede
gesteld
Deze vraag beantwoordt de geschiedenis van de laatste vijftig jaren op de
voldoendste wijze.
Elke regeering had met de voorvechters der republiek te doen, en ook Napo
leon III zag zijn gezag en zijn persoon, herhaalde malen, door hen bedreigd.
Er was geen stelsel, hoe dwaas en onpractisch ook, of er waren geestdrijvers,
1 oituiiizoekers ui onwetenden genoeg, die zich er voor in de bres wierpen; ja,
de zoo onbeduidende lxochefortdie noch iets geleerd noch iets vergetenmaar