99 raai te kommandeeren, aan boord van het keizerlijke fregat de Nymph op de reede van Batavia aankwam, en weinige dagen later de nieuw benoemde gouverneur-generaal Jan Willem Janssens met het fre gat de Medusa en het korvet Sapho tè^S^rabaja arriveerde. Janssens, den l()dcn November 1810 d^or Napoleon benoemd tot gouverneur-generaal van zijner keizerlijke majesteits bezittingen ten oosten van Isle de France, was een van de weinige Hollanders in franschen dienst, die 's keizers vertrouwen in hooge mate bezat. Hij werd naar zijne nieuwe bestemming vergezeld door een staf, bestaande uit onderscheiden verdienstelijke hoofd- en subalterne officierenals mede door 500 europesche officieren en manscheppen. Terstond na zijne aankomst gaf hij daarvan kennis aan Daendels, deelde hem tevens mede dat het 's keizers verlangen wasdat het het hooge bestuur dezer gewesten binnen 24 uren na zijne aan komst te Buitenzorg overgegeven zoude worden, en vertrok daarop den 29sten April van Soerabaja ojdt Samarang naar Buitenzorg, al waar hij den 15^™ Mei aankwam. Daendels had aanvankelijk de overgave van het gouvernement eenigen tijd willen verschuivendoch Janssens had hem te kennen gegeven, dat zulks met beider verplichtingen zou strijden. Dien tengevolge kwamen dan ook de leden der regeering reeds den lö^en Mei van Batavia naar Buitenzorg, en werd aldaar nog op dien da tum, in eene buitengewone vergadering der leden, het gouvernement- generaal onder wederzijdsche plichtplegingen door Daendels nederge- legd en door Janssens aanvaard. Van deze verandering van bestuur werd bij eene proclamatie kennis gegeven. De generaal Daendels vertoefde nu nog ruim eene maand na de overgave van het bestuur op Java, en vertrok den 29sten naar Europa aan boord van het korvet Sapho, vergezeld door de heeren Asmus, Chirurgijn-en-chef, den brigadier von Gutzlafi' en den luitenant Cambreling, aide-de-camp. De toestand, waarin de koloniën bij de aanvaarding van het bestuur door Janssen verkeerden, was, hoewel door Daendels ontegenzeggelijk vele verbeteringen waren aangebracht, nog verre van gunstig. Java, Makassar, Palembang en Timor (Bandjermasin was door Daendels verlaten) waren alleen overgebleven van de uitgestrekte bezittingenvroeger aan de Compagnie toebehoorende. Zij werden dagelijks door eenen vijandelijken aanval bedreigd, wijl de engelsche vloot, daartoe afgezonden, reeds den 2pten _Mej te Poeloe Pinang aangekomen was.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 106