113 de slokkan wederom had laten dichtmakenzich vervolgens met het weinige nog aanwezige werkvolk bezig hield, om de door Jumel zoozeer gevvenschte wolfskuilen aan den oostkant van de slokkan te laten voortzetten, en daarmede tot even voorbij de redoute n°. 3 gevorderd was. Het werkvolk was echter in de laatste weken reedi van 500 man, welke er zijn moesten, op 70 verminderd; en welke moeite men ook deed men kon dat getal thans zelfs niet weder voltallig krijgen, zoodat nauwelijks 40 of 50 man dagelijks kwamen opdagen. Dewijl de generaal Jumel er echter ten sterkste op stond dat de aangevangpir~~~- wolfskuilen met kracht zouden worden voortgezet, en het ook hoog noodig was om de taluds der slokkandie op vele plaatsen door karbouwen afgetrapt en ingestort warenweder af te steken en te beschoeienbesloot men, deze werkzaamheden door de troepen te laten verrichtenmaar de onwilligheid der manschappen was zoo groot, dat er bijna niets werd uitgevoerd. Vooral het graven der wolfskuilen ging zoo slecht voort, en ver wekte zooveel misnoegen en gemor, ja zelfs desertiën onder het volk, dat men daar geheel van moest afzien. Instede van dat onnoodige werk verlangde Jumel nu,, dat traversen vóór de ingangen van het retranchement zouden opgeworpen worden, doch ook dit werk, waar toe alweder soldaten gevorderd werden, moest om dezelfde redenen gestaakt worden. Het kon trouwens ook geen het minste nut gehad hebbenmaar zou eerder nadeel teweegbrengendaar de traversen de rijdende artillerie zouden verhinderd hebbeniets te verrichten. Wordt vervolgd)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 120