128
De spoedige organisatie van het duitsche leger bracht al dadelijk
het voordeel mede, dat zij den oorlog geheel op fransch grondge
bied kon doen overbrengenen dat de Pruisen terstond met over
macht konden optreden. Bij het begin der vijandelijheden waren zij
circa 400,000 man sterk, terwijl de Pranschen hen slechts 230.000
man, d. i. twee vijfde gedeelte der effectieve sterkte van het geheele
leger, tegenover konden stellen.
Het gevecht bij Saarbrug (2 Aug.), waarbij de duitsche voorposten
werden teruggeslagen en de keizerlijke prins //den vuurdoop ontving",
en de inneming, op den 4"kn Aug., van Weissemburg door de Duit-
scherswaarbij de fransche generaal Abel Douay den heldendood stierf,
gaan, wij, als van ondergeschikt belang, verder met stilzwijgen
voorbij. De eerste belangrijke veldslag werd den O3™ Augustus bij
Wörth geleverd.
Deze slag werd door de Pranschen uitgelokt; zij wenschten eene
schitterende weerwraak te nemen op de nederlaag bij Weissemburg.
Mac Mahon had bij Wörth slechts 40,000 man onder zijne bevelen;
het leger van den kroonprins van Pruisen bedroeg 130,000 man.
De eerste, waarschijnlijk met de overmacht van zijn tegenstander
bekend, vermeende niet tot offensieve bewegingen te moeten overgaan,
doPi verzamelde zijne troepen rondom Wörth, in eene min of meer
open vlaktedoorsneden door een beeken omringd door bosschen
die hem beletten om waar te nemen hetgeen rondom hem plaats
vond. Deze positie was blijkbaar ongunstig voor de verdediging.
Ongunstig was ook de opstelling der troepen. Zij waren geplaatst
langs de beenen en binnen een nagenoeg rechten hoekwaarvan de top
door de evenbedoelde beek van de rest was afgesneden. Dit uitsprin
gend gedeelte was dan ook het meest kwetsbare punt der positie.
De Pranschen werden spoedig van drie zijden door de pruisisehe
troepen omringd. Zij konden slechts een divergeerend vuur tegenover
het convergeerend vuur der Pruisen stellen, en leden zware verliezen-
Na voorafgaande schermutselingen in den vroegen morgen deed de
kroonprins op alle punten te gelijk aanvallen. Te vergeefs trachtte
Mac Mahon den steeds nauwer wordenden kring der Pruisen door
te breken; het oogenbiik om offensief te ageeren was voorbij. Tel
kens, wanneer de Pranschen vooruit wilden dringenwerden zij door de
overmacht teruggeslagen. Ondanks dat alles hielden zij dapper stand;
ongelukkig strekte hunne hardnekkige verdediging, die geen de minste
kans van goeden uitslag meer aanbood, alleen tot vermeerdering
hunner verliezen. Gedomineerd door vijandelijke artillerie, welke op