Frossard bevond zich met circa 30,000 man op den rechteroever
der Saarvallei, met den rechtervleugel aangeleund tegen Spicheren,
en de reserve achter het centrum. Het lste pruisische leger onder
Steinmetz stond tegenover hem, aan den anderen oever. Van dit
leger stonden 27 bataillons en eene divisie kavallerie het dichtst nabij
Saarbrug, zoodat alleen deze aan het gevecht deelnamen. Daar ook
deze troepen niet dadelijk allen tegenwoordig waren, had Frossard
aanvankelijk eene aanzienlijke meerderheid, en waren eerst later de
strijdkrachten nagenoeg gelijk, toen de pruisische artillerie per spoor
naar Saarbrug was overgebracht.
Gedurende geruimen tijd was een gedeelte des vijauds geïsoleerd
op den linkeroever van de Saar. De .generaal Frossard had deze
troepen ongetwijfeld met overmacht kunnen aanvallen en verslaan,
maar in stede van dien houdt hij het gevecht slepende, beschiet
hij den vijand op grooten afstand en schenkt hij de Pruisen gele
genheid en tijd om op te rukken en versterking te ontvangen.
Zeker gaven de boschrijke hoogten van Spicheren en Stiring, van
waar de Saarvallei gedomineerd wordt, eene sterke positie aan de
fransche krijgsmacht. Maar even zeker is het, dat de sterkste stel
ling slecht wordt, zoodra men zich tot eene passive verdediging be
paalt en den vijand kalm afwacht, zonder, als de gelegenheid gun
stig is, tot den aanval over te gaan.
De Pruisenziende dat Frossard angstvallig op de hoogten van
Spicheren bleef, besloten eindelijk hem van daar te verjagen. Daar
zijne positie zeer moeilijk in het front kon worden aangevallen,
drongen vijf bataillons in het bosch van Stiring door, om den lin
kervleugel aan te tasten; maar bij het deboucheeren uit het bosch
werden zij met verlies in de vallei teruggeslagen.
De generaal Göben die, bij afwezigheid van Steinmetz, het kom-
mando voerde, beval kort daarop een algemeenen aanval, en richtte
de meeste kracht tegen den rechtervleugel. Hardnekkig was de
tegenstand der Franscheneene aanvallende beweging tegen den
rechtervleugel der Pruisen noodzaakte dezen zelfs een oogenblik te
rug te trekken. Dit voordeel was echter van korten duurnieuwe
troepen des vijands stuitten weldra de voorwaartsche bewegingen
de Pruisen gingen met alle macht weder tot den aanval over. De
Franschen, hoe dapper zij zich ook verdedigden, konden zich niet
staande houden en moesten eindelijk de positie verlaten, die zij on
neembaar geacht hadden.
Hiermede was de slag beslist; Frossard moest in alle haast in de
130