132 gen te houden. Evenwel is het ook zeker, dat de latere overwin ningen der Pruisen althans duurder gekocht zouden zijn geweest, indien meer activiteit, meer voortvarendheid aan den dag waren ge legd geworden, en dat dan aan Erankrijk de verschrikkelijke ramp spoeden zouden zijn bespaard gebleven, welke Bazaine het thans, onder de lescherming van dat ongelukkige geretrancheerd kamp van Metz, heeft bezorgd. Na den noodlottigen dag van den 6den Augustus trok Mac Mahon, krachtig vervolgd door den kroonprins van Pruisen, op Nancy te rug, van waar hij op den linkeroever van de Moezel overging, Brossard trok, zooals reeds gezegd, op Metz terug, om zich inet het leger van Bazaine te vereenigen. Van af dit oogenblik zijn de fransche strijdkrachten in twee wel te onderscheiden legers verdeeld. Het eerste, nabij Metz, onder Bazaine, was ongeveer 150 duizend man sterk; het andere, onder Mac Mahonwas op weg naar Chalonsen bestond uit ruim 140 duizend manschappen. Het strategisch front van Bazaine strekte zich langs de Moezel, van Thionville tot, Pont-a-Moussonuit, met Metz als centrum der operatiën. De vestingen Thionville en Metz gavenook volgens het gevoelen der Pruisenaan deze linie eene buitengewone sterkteen maakten het moeilijk, haar rechtstreeks aan te vallen. De duitsche legers werden zuidwaarts van Metz gedirigeerdten einde daar de Moezel over te trekken en den vijand op te zoeken. Daar Bazaine een oogenblik aanvallenderwijze op den rechteroever der Moezel scheen te willen handelen, was bij deze omtrekkende beweging der Duitschers groote omzichtigheid noodig, en werd de bescherming vereischt van een leger, sterk genoeg om eenen veld slag aan te nemen zoo Bazaine daartoe overging. Het eerste Pruisische leger, onder Steinmetz, werd voor dit laat ste aangewezen en nam stelling bij Pange, oostwaarts van Metz. Den 14del1 Augustus stootten de voorposten van Steinmetz op den vijand en ontdekten zijdat deze terugtrok. Zij wierpen zich onmiddellijk op de achterhoede en drongen haar naar de hoofdmacht terug. Ten einde te voorkomen dat deze ge heel in wanorde geraakte, waren de Eranschen verplicht hunne achterwaartsche beweging te staken, front te bieden aan de Pruisen, hunne troepen te deployeeren en het gevecht aan te nemen. Gednrende dit gevecht bereikte het 2de duitsche leger, van prins

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 139