135 verandering van enkele bataillons heeft zien uitvoeren, zal dit moeten toestemmen. Voor Metz hebben de Pruisen deze beweging ordelijk en nauw keurig gemaakt, zonder dat de Pranschen er iets van bespeurd schijnen te hebben. Hoe het zijBazaiue deed geenerlei poging om de linie der Pruisen te forceeren, en bleef in eene defensieve stelling op de boschrijke hoogten, oostwaarts van Gravelotte. Tegen den middag door de Pruisen aangevallen, werd hij na een harduekkigen strijd op alle punten teruggeslagen. Met achterlating van een groot aantal krijgs gevangenen en eene groote hoeveelheid materieel vluchten de Pranschen naar het geretrancheerd kamp van Metz terug. Deze nederlaag was de voorbode van eene onherstelbare ramp. Men kon al dadelijk voorspellen, dat Bazaine, die geenerlei krachtige poging had gedaan om zich met Mac Mahon te vereenigendie zich tot eene zuiver verdedigende houding bepaald had terwijl de gelegenheid gunstig was om door de Pruisen heen te slaan, ook later geene stoute pogingen meer zou doen, en dat dus zijn leger en Metz voor Prankrijk verloren zouden zijn. Wanneer men zich in een geretrancheerd kamp bevindt, waarvan de insluitingskring meer dan 60 kilometers groot is; wanneer men het oogenblik tot den aanval kan kiezen en zich vrij kan bewegen wanneer men beschikt over meer dan 150 duizend dapperen, dan mag men zich niet laten insluitendan mag men zich er zelfs niet toe bepalen, zich een weg te banen door den vijand, maar moet men deze ook doen boeten voor zijne vermetele onderneming. Bazaine had van zijne voordeelige positie gebruik behooren te maken, om achtervolgend de verschillende, van elkander gescheiden onderdeelen van 's vijands leger aan te vallen. Door de gedwongen splitsing toch verkeerde dit gedurende geruimen tijd in vrij hachelijken toestand. Uit alles leert men, dat de eerste eisch van den oorlog is: een energiek, voortvarend, doortastend opperhoofd, en dat Bazaine zoo danig opperhoofd niet is geweest. In het pruissisch rapport over den slag bij Gravelotte wordt nog een oorzaak der overwinningen van de Pruisen genoemd, die der vermelding wel waard schijnt. //Terwijl onze soldaten, zoo leest men in dat rapport, onder den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 142