154 2". het ontstaan van leggers zonder voorafgaande bijoorzaken; afwisselend kreupelgaan, zonder dat er van buiten inwerkende oorzaken hebben plaats gehad. Het aanwenden van geneesmiddelen baat hier nagenoeg niets. Bij het ontstaan van worm worden voornamelijk de hals en liet binnengedeelte der achterbeenen door etterbuilen aangedaan. De verdachte droes kenmerkt zich door dezelfde verschijnselen als in Europa: eenzijdige uitvloeiing, met harde opzetting der keelgangs- klieren. Aanwending van sublimaat en sterk prikkelende in wrijving dier klieren, gepaard met. een krachtig dieet, geeft meermalen genezing. Het is opmerkenswaardig, dat paarden, afkomstig van naburige eilan den, waar geen paardenziekte of sterfgeval, uitgenomen door ouderdom ot door een accident, bekendis of plaats grijpt, op Java, bij zoo goed als gelijksoortige luchtsgesteldheidin menigte ziek worden en sterven. Daartoe moeten voorzeker reden bestaandie niet bepaaldelijk zijn op te geven; doch behalve de ellende, door die paarden bij den overvoer geleden, moet als een der vermoedelijke oorzaken voor die menigvuldige sterfgevallen in de eerste plaats de voedine worden in aanmerking genomen. lu den natuurstaat, of liever gezegd bij de wilde stoeterijen op de eilanden, krijgt het paard niets anders als gras, katjangbladen, maïsstengels en bladeren van fijne bamboesoortendus nat voeder in het natte saisoen. In den droogen moesson, wanneer soins maanden lang geen enkele druppel regen valt en de geheel natuur droogte ademt, vindt het paard niet veel anders dan droog en verdord gras, gedroogde ka- el1 bamboebladerendus droog voeder in het drooge saisoen. Op Java daarentegen krijgt hetzelfde paard het geheele jaar door nat of natgemaakt gras. Aangezien het gras in den regel bij 't ge wicht geleverd wordtzoo heeft de leverancier of de grassnijder de gewoonte, het van te voren in eenig nabijzijnd water, poel of sloot nat te maken; meermalen rijdt hij met een volgeladen kar in het water, en laat hij alzoo de geheel lading het noodige vocht op slurpen. Hij wint nu aan gewicht, doch als men niet onmiddellijk het gras luchtig uitspreidt, heeft men na een paar uren reeds broeiing en verrotting. Verkieslijker ware het dus immer zooveel mogelijk droog gras te voederen. Padie wordt het in vrijheid loopende paard nimmer verstrekt;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 161