157
exemplaren naar Java mede te nemen. Alle onkosten medegerekend,
zullen deze voorzeker ook wel gemiddeld de maximum-som gekost
hebben; doch zij hadden weinig geleden en waren over het algemeen
veel schooner dieren dan die, welke het gouvernement over het al
gemeen op paardenvendutiën erlangt.
De'paardenhandel op die eilanden is over het algemeen vrij lastig,
vooral wanneer men aan bepaalde voorschriften gebonden is. Ge
woonlijk werden in I860 eiken dag van 8 tot 2 uur 100 en meer
paarden te koop gepresenteerd, waaronder zich slechts 2 of 8 be
vonden geschikt voor troepenpaard. De bezigheden der commissie
waren dus nog al vermoeiend, en toen later allen door ziekte suk
kelden, ging men tot eene eenvoudiger wijze van aankoop over. Men
sloot met een Arabier een onderhandsch contract, oin geschikte
paarden te leveren voor 90 het stuk, en bekwam er zoodoende
spoedig een tiental.
Dikwijls gebeurt het, dat een eigenaar 8 of 4 paarden te koop
aanbiedtwaarvoor hij slechts één olifantstand bedingt. Doch onder
die paarden is er in den regel een te oud, of te jong, of te klein,
of er scheelt wat anders aan. Is menzooals in der tijd die com
missie, te Sandelhout aan bepaalde voorschriften gebonden, en mag
men niet anders dan daaraan beantwoordende paarden aanschaften,
zoo moet men van een dergelijken koop afzien //geen paard of
allen.11 Wat zou men ook met die niet goede doen?
Een paardenhandelaar, en vooral de Arabier van Java, die zoo ge
heel op de hoogte is van de gewoonten en gebruiken dier eilanders,
kan zulk een voordeeligen koop gerust sluiten: hij is niet gebonden
aan voorschriften; hij laadt zijn schip vol, wel zooveel mogelijk met
schoone en goede paardendoch de kleine en minder goede hinderen
hem niet erg. Al wordt de ruimte wat eng, de reis duurt toch
zoo lang niet, en overtollig voeder neemt hij tot ballast niet mede.
Het is dus zeer natuurlijk, dat deze prauwpaarden er gehavend
en meermalen als geraamten uitzien; dikwijls zijn zij overdekt met
wonden, niet alleen ontstaan door het in den wilde naakt berijden
door den eilander, waarbij de rug door de schuivende beweging in
telgang of galop geheel open wordt gewreven, terwijl het paard,
niettegenstaande dat, door den onverschilligen ruiter nog verwaar
loosd wordt, maar ook door verwondingen en kneuzingen aan
boord, waar te groot gebrek aan ruimte was.
Paarden, welke uit den vrijen natuurstaat opgevangen, op eens
eene dusdanige mishandeling gedurende eenigen tijd moeten onder-