171 gelegen huizenwaarin de fransche tirailleurs verscholen waren in branden herstelde zijne door het schrootvuur der Franschen uiteen gedreven kolonne eenige keeren, doch vond het eindelijk raadzamer, te trachten, den linkervleugel van de Franschen om te trekken Laatstgenoemden wilden nu het verzuim, van dien vleugel niet gedekt te hebben, herstellen, en trachtten ten dien einde met 2 bataillons van het le regiment den vijand op de linkerflank tot wijken te brengen; doch, hoewel de linkervleugel der engelsche troepen aan vankelijk tot tweemalen terugdeinsde, gelukte dit nietvoornamelijk ook doordien van de chefs der beide bataillons, de luitenant-kolonel de Moor en de luitenant-kolonel van de Vooreneerstgenoemde da delijk sneuvelde en de tweede ernstig verwond werdhetgeen natuurlijk eene groote verwarring veroorzaakte. De beide bataillons weken dus terugen daardoor werd de reeds ver op de linkerflank doorgedrongen vijand in de gelegenheid gesteld, de in de verhakking staande stukken der Franschen, waarvan de kanonniers reeds herhaalde malen weggeschoten en de paarden gedood of gewond waren, te veroveren. Dit gelukte echter niet dan na een hevigen tegenstand van de fransche artillerie-officieren en de boeginesche kanonniers, die hunne stukken dapper verdedigdenlaatstgenoemden wilden zelfs van geen kwartier wetenmaar verwonddenonder de affuiten verscholende engelsche soldatenwelke hen gevangen wilden nemennog met hunne krissen. Na het verlies der stukkendat aan den generaal J umel wordt verwetenomdat dezeniettegenstaande de vertoogen van den generaal Lützowverzuimd had ze behoorlijk door infanterie te dekken, gaf de generaal Janssens, zeer tegen de meening van Lützow, die het 2e regiment met den 12®er wjlde laten aanrukken, doch op sterk aandringen van den generaal Jumel, bevel tot den terug tocht, die echter met weinig orde plaats vond. Daarbij was een groot gedeelte der jagers van het L regiment (kolonel Bonelle) genoodzaakt, zich, wegens de krachtige vervolging van den vijand, achter den Slokkan te trekken, en bleef alleen behouden, doordien het juist tijdig onder het vuur van het bij Struiswijk geplaatste 2e regi ment kwam. Deze overhaasté terugtocht was ook oorzaak van de verwonding van den brigadier Alberti, chef van den generalen staf, die, niet wetende dat de jagers reeds gevlucht waren en zich derwaarts willende begeven, eensklaps voor een detachement van het 89e engelsche

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 178