181 brengen dat het bijna niets meer op het eerste ontwerp geleek. De vo.orsteller was echter al tevreden dat er eindelijk iets gebeuren zou. Gelukte toch deze aanval, dan zou het tevens mogelijk zijn, de grootste verwarring in de in een kort bestek opeengedrongen engelsche armee te brengen, terwijl men bij mislukking altijd gemak kelijk ouder het kanon van het retranchement terug zou kunnen trekken. Voor de schijnbeweging op de rechterflank des vijands werd een bataillon jagers onder de bevelen van den luitenant-kolonel van Vollenhoven aangewezen, dat reeds des nachts om 2 uur het kamp verliet, ten einde in den tuin van Matraman te kunnen zijn op het tijdstip, waarop de tweede kolonne des vijands linkerflank zou aantasten. De tweede kolonne, waarvoor Jumel eene sterkte van twee kom- pagniën jagers (volgens Jaufl'ret 3 kompagniën) instede van een bataillongelijk voorgesteld wasvoldoende geacht hadwerd onder de bevelen van den kapitein Le Bon gesteld en zou vergezeld worden door den luitenant-ingenieur Raouleen officier van bekende dapperheid, overleg en bedaardheid van geest, die gedurende de actie 's vijands werken moest opnemen en zoo mogelijk vernielen, terwijl daaraan tot geleide werd toegevoegd de sous-luitenant Steiger, die, daar hij onder Daendels herhaaldelijk belast was geweest met het toezicht over het omkappen der boomen, met de paden en situatie van het terrein goed bekend was. Instede van twee bataillons, welke volgens het oorspronkelijke voorstel den vijand in het front zouden aanvallen, had Jumel in zijne hooge wijsheid slechts 100 man noodig geoordeeld en daarbij een officier en eenige artilleristen, met verna- gelpennen gewapend, gevoegd, die hij daarentegen aan de kolonne Le Bon onthouden had. De kolonne van Vollenhoven had echter slechte gidsen en kwam, na een zeer vermoeienden marsch door allerhande struiken, omge kapte boomen en verdere beletselen's morgens om 6 uur weder nagenoeg op dezelfde plaats van waar zij uitgetrokken was, onge veer tegenover de redoute IMo. 1terecht. De schijnaanval mis lukte dus geheel, en dientengevolge werd aan Le Bon order tot terugtrekken gezonden. Le Bon was inmiddels, omstreeks 5 uur des morgens, onbemerkt tot zeer dicht bij de vijandelijke werken genaderd; en hoewel hij mets van den aanval in de linkerflank vernam, oordeelde hij, tegen het aanbreken van den dag, de vijandelijke positie welke hij zeer slecht bezet zag, toch te moeten aanvallen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 188