186 greppel, én dat de raden van voertuigen den kabel niet merkbaar zullen beschadigen. Verder kan men nog altijd in dorpen of sterkbevolkte streken de lijn ophangen, en het is niet denkbaar, dat groote gedeelten kabel zullen weggehaald worden, daar de geheele lijn toch bewaakt zal worden; kleine gebreken zijn daarenboven gemakkelijk te herstellen. De vrees voor beschadigingen, die aan eene militaire lijn toege bracht kunnen wordenis in Europa grootendeels geweken. Men waagt zich niet gaarne aan zulk een gevaarlijke handeling, als zij, zoo het gelukt, slechts een geringe schade toebrengt, maar men, bij zeer mogelijke ontdekking, opgehangen wordt. Was dat bezwaar van zulk een belang, dan zoude er ook nog wel iets te vinden zijn, den kabel beter te beschermen. Kabels werden niet voor het eerst bij de militaire telegrafie gebruikt. Het telegraafnet van Parijs loopt met kabels door de riolen. In Engeland mogen sommige particuliere maatschappijen alleen lijnen vervaardigen boven den grond, anderen alleen onder den grond, maar al deze kunnen met alle voorzorgsmaatregelen vervaardigd wor den. Diameter en gewicht zijn hier bijzaak, hier moet slechts op duurzaamheid en goede isoleering gelet wordenzoodat de studie voor de vervaardiging van militaire kabels iets van geheel anderen aard is, als men slechts nagaat, dat tweemaal dikkere kabels, bij gelijke lengte, voor het vervoer viermaal meer voertuigen vereischen, en dus de dikte hier een voornaam punt van beschouwing wordt. De kabel zal licht genoeg zijnals de rollenwaarom hij gerold is, handelbaar blijven; dit blijven zij tot op een gewicht van 90 pond, en wanneer de voertuigen, waarop de rollen geplaatst zijn, niet meer dan gemiddeld 1100 pond wegen. Van hoeveel belang eene goede isoleering ook hier is, blijve men echter bedenken, dat op een droogen kleigrond een onbekleede draad zelfs voldoende geleidt, zoodat men de zorg voor de omkleeding niet overdrijven moet, en vooral in aanmerking nemen, welk bestanddeel den draad het beste tegen het uittrekken beschermt. Voor dit alles is caoutchouc verreweg, en zeker boven het tot nu gebruikte gutta-percha te verkiezen. Daar de kabel bij op- en afwinden, in handen van minder geoe fende soldaten, altijd aan trekking en schudding is blootgesteld, eischt de kabel een ziel van ijzer of staal, en niet van koper, tegen welken eisch de mindere geleidbaarheid van eerstgenoemde metalen niet mag opwegen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 193