193
8 klossen heeftzoo moet men reservewagens medenemente meer
daar men op onvoorziene omstandigheden moet rekenen.
Deze voertuigen kunnen dan te gelijkertijd de lansen voor de
opgehangen lijn bevatten. Voor die reservevoertuigen kan men
wagens nemen, inwendig 3.9 el lang, bij welke lengte zij de lansen
bevatten kunnen.
Vóór in den wagen heeft men een koffer met verschillende verwissel-
stukken en gereedschappen voor de zoo mogelijke herstellingen.
Men rekent op krammen, haken, een zaag, een bijl, reservedraad,
enz. enz.
Links en rechts van den wagen hangt men een schop, pikhouweelen,
een dubbelslaanden ladder, en een langen stok met weerhaak, om
de kabel op de lansen te kunnen hangen. Achter in den wagen
brengt men een lade aan, om verschillende kleinere voorwerpen te
bergen.
Aan beide zijden van den wagen bevestigt men, in de strekking
der lengte, de twee staven om de rollen in te hangen.
Elke rij moet minstens 12 klossen bevatten. Tusschen de rijen
lest men een veertigtal lansen, en verder zorge men voor eenige
gereedschapsmanden met houten en ijzeren piketpaaltjes, voor verbin-
dingsringenisolatoren enz.
Elk voertuig moet met zijne reserve minstens 20 mijl kabel per
dag kunnen plaatsen.
Men verlicht de voertuigen met lantaarns, van waskaarsen voorzien
en van bijzonderen vorm, zoodat de wagens op eenigen afstand te
onderscheiden zijnen de lantaarns tot het geven van seinen gebezigd
kunnen worden.
Op bergachtig terrein kan men deze wijze niet volgen; men moet
daar lastdieren gebruiken, hetzij muilezels, hetzij draagpaarden.
Men noemt zulk een post de bergtelegraaf (poste volante), en
deze is als volgt ingericht:
Eene kleine lichte vierkante tent dient ten gebruike van den
telegrafist. Daarin zet hij eene kleine tafel op drievoetom het
toestel te dragen. Dit en de batterij worden in twee kistjes geborgen,
die van laden voorzien zijn om de krammenschroeven en kleine
voorwerpen te bergen. Die kistjes kunnen op zijde geopend worden
om het toestel er uit te kunnen nemen zonder den ezel te ontladen.
De twee kistjes hangen aan weerszijden van den draagzadel, dwars
daarover bevestigt men de tentden drievoeteen aardpiketeen
grooten linnen zak voor de koevoeten, en de tasschen der werklieden.