201 Bij Nangis had het eerste gevecht met franctireurs plaats. Op de geruchten omtrent het vormen van het Loirelegerhetwelk de IIIe en IVe duitsche legers in de linkerflank zou vallenwerd aan de lichte brigade opgedragen, hierover zekerheid te trachten te verkrijgenen overigens het terrein tusschen Parijs en Orleans te verkennen. Bij Fontainebleau wilde de brigade over de Seine gaan, doch zij moest dit opgevendaar de brug intusscheu vernield en de waterstand te hoog was; eerst den 18de11 September kon bij Melun de overtocht bewerkstelligd worden. Dit geschiedde over eene 4 voet breede en 40 voet boven den waterspiegel liggende noodbrug van planken, terwijl de beide bat terijen over eene in de haast eu ook door planken herstelde spoor wegbrug de rivier passeerden. De dienst der kavallerie werd hier zeer moeielijkzonder infanterie, en aanhoudend door den vijand bestooktmoest de brigade zich in een be dekt terrein voortbewegen. Deze wijze van oorlogvoeren was den troepen nog nieuwen zij moesten zich eerst hieraan min of meer gewennen. Bij de dorpen Courances en Dannemois kwam het tot een gevecht met franctireurswelke de toegangen en den buitenrand ^der dorpen bezet hadden. De beide batterijen rijdende artillerie kwamen echter in positie en begonnen het vuur, terwijl een escadron van het 2e husaren-regiment met zulke snelheid eu energie attaqueerde, dat de franctireurs spoedig vluchtten. Toen de brigade daarna het bivak betrok, moest zij zich aan alle zijden door voorposten dekken, daar gedurende den geheelen nacht schoten op het bivak gelost worden. De lichte brigade zette hierna den marsch voort in eene zuidwes telijke richting. De voor de kavallerie niet te passeeren défilés van Milly werden vermeden door eeuen marsch over Malesherbes naar Pithiviers waardoor de Eranschen genoodzaakt werden de défilés bij Milly te verlaten, om nog het bosch van Orleans te kunnen bereiken. De beide bij Sédan teruggelaten brigaden hadden zich intusscheu ook op marsch begevenen vereenigden zich bij Pithiviers met de lichte brigadezoodat nu de divisie weder in haar geheel was. Eenige dagen daarna werd de divisie plotseling bij Pithiviers aange vallen door franctireurs eu sterke kavalleriepatrouilles (6e husaren- regiment van het Loire-leger). Eene veldwacht van het duitsche 5e regiment dragonders tastte onmiddellijk eene dezer patrouilles aan, en nam den franschen aanvoerder met eenige husaren gevangen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 208