diensten maakten, oppervlakkig beschouwd, in 1870 niet dat effect, waartoe zich bijvoorbeeld in 1866 bij Sadowa (Streselitz) en bij Nachod (generaal Wnuck op het plateau van Winzelsberg) de ge legenheid voordeed, maar ook verreweg meer dan vier jaren ge leden heeft men in den laatsten oorlog van haar gevergd. De snelle bewegingen der duitsche legers en de grootsche resul taten die een gevolg daarvan warenheeft men vooral ook aan de kavallerie te danken. De sluier, dien de duitsche kavallerie om hare legers trok misleidde de Eranschen menigmaalen de groote afstandwaarop die kavallerie het gros steeds vooruit was op de marschenvoorkwam stagnatie in den inarsch. Dit zijn hoofdfacto ren, die luid spreken en die zeer zeker eene merkbare verandering in de tactiek, vooral wat het offensieve betreft, zullen te weeg bren gen. Hier in Indië behoort de aanwending der kavallerie tot de zeld zaamheden men zegthet terrein is meestal daartoe ongeschikt. Soms mag dit het geval wezen, dat is niet te ontkennen, maar dikwijls is deze meening eene dwaling, en zou de proef het tegendeel leeren. Waarom onderhoudt de staat een kostbaar regiment kavallerie, wanneer men het slechts zeer zeldzaam en dan slechts voor een klein gedeelte gebruikt? De onvermoeide paarden onzer k avallerie zijn uitstekend geschikt om ook op de moeielijkste terreinen te ageerende mindere geoe fendheid des ruiters, zwaar wapentuig en een zwaar harnachemeut zijn meestal de grootste beletselen. De dienst der infanterie te velde kan door de kavallerie zeer ver licht, en menig offer der vermoeienis het leger bespaard worden. Een regiment goed geoefende en doelmatig met karabijnen ge wapende ruiters zou in Oost-Indië, ook buiten Java en Celebes, een steun zijn; en vooral, wanneer wij hier op Java eens eenen vijand tegenover ons mochten zien, die even als de 4e duitsche kavalle- rie-divisie weet te ageeren. 204 SCHULZE.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 211