in de practijk niet nuttig zou werken. Een soldaat is geen koop man, maakt weinig zorgen voor de toekomst, en is van de leer, dat een vogel in de hand beter is dan tien die vliegen. Hij be grijpt, dat hij over weinige jaren misschien al dood is, en dat hem dan alle op rente gezette gelden niets meer helpen. De ondervin ding leert bovendien, meenen we, dat de met een zekeren koop mansgeest bezielde soldaten er te velde niet beter om zijn. De schrijver wenscht geene verhooging van pensioenen, maar toe kenning van gagement na 15-jarigen diensttijd. Op die wijze ge looft hij, dat velen tot een reëngagement zouden worden overgehaald- Na het bovengezegde omtrent de betrekkelijke wenschelijkheid van vele reengagementenzullen wij dit motief niet meer behoeven te weerleggen. Een ander motief zou o. i. meer geldend zijnn. 1. de noodzakelijkheid, om oude soldaten, min of meer afgeleefden, uit het leger te weren, zonder daarom onbillijk jegens hen te zijn. Nu evenwel voor officiereu en burgerlijke ambtenaren een pensioenster mijn van 20 jaren is bepaald, en deze niet te lang geacht wordt, schijnt ons eene verkorting van dien termijn voor de minderen mi litairen aan bezwaren onderhevig. Zij zou bovendien tot belangrijke uitgaven leiden, //waarvan de dringende noodzakelijkheid niet over- tumeud is aangetoond." Maar zoo men den dienst in Tndië aanlok- kei ijk wil maken, dan zal eene verhooging van gagement na 20-jangen dienst zeker een goed middel zijn. Zoo eeii gewezen indisch mili tair, na volbrachten diensttijd, in zijn stand onbekommerd kan le ven, zal dit een groote prikkel zijn voor anderen om hem na te volgen. Wij houden ons overtuigddat eeu betrekkelijk groot ge deelte van allen, die in 's gouveruements dienst naar Indië gaan, daartoe verlokt worden door het pensioendat hun over 20 jaren wacht. Wanneer wij alles goed overwegen, gelooven wij eigenlijk, dat eeu soldaat het in Indië nog zoo kwaad niet heeft. De meestendie hier gediend hebben, of reëngageeren zich dadelijk, of gaan met paspoort naar Nederland om zich daar na korten tijd op nieuw voor den dienst in deze gewesten aan te melden. Wij houden het ervoor, dat, zoo de klasse van het nederlaudsche volk, waaruit de meeste soldaten getrokken wordenbeter met den toestand in Indië bekend was, het ons niet aan vrijwilligers zou ontbreken. De voeding is hier beter dan bij het nederlandsche leger; de huisvesting is, hoe 208 o o

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 215