14 De nadering van dezen dag kon hijin de vivresmagazijnen en de hos pitalen met wiskundige nauwkeurigheid berekenenterwijl hij tevens uit den geest, welke zijne troepen bezielde, eene andere, even gewichtige ge volgtrekking maken kon. Men mag dus wel aannemen, dat hij, na rijp overleg, wilde capituleeren op een tijd, dat hij de troepen nog onder discipline had. Iiij capituleerde als maarschalk van Frankrijk en als kei zerlijk bevelhebber. Hij kon en mocht het niet zoo ver laten komen, dat de proclamatiën der republikeinen in de gelederen van zijn leger ingang hadden gevonden of eene bijkomende hongersnood of epidemie de troepen alle discipline had doen vergeten Had men in het laatste geval niet dadelijk verraad geroepen, op hem de schuld schuivende van beiden? Enverder redeneerendevragen wij nog//tegen wien hij verraad heeft //gepleegd?" Tegen den gevangeu genomen keizer, van wien hij gezegd moet hebben: //Wat gaat mij die hansworst aan," of tegenover de parij- sche republiekdieop den keper beschouwdonwettig isen in een even onhoudbaren toestand verkeert als hij in Metz? Het is een treurig verschijnsel, dat de Fransclien in hun oordeel steeds zoo spoedig in uitersten vervallen, en dan zoo vaak ongelijk hebben. De fransche schrijver Jules Janin vertelde in het jaar 1867, dat on middellijk buiten de poorten van Weenen de barbaarschheid begon. Een jaar later, toen de Hongaren zich tegen Oostenrijk verzetten, waren deze Hongaren reeds het edelste en meest intelligente volk. Maar noch het een, noch het andere is waar. Even onwaar is het, dat de keizer en Bazaine, in den bedoelden zin, verraders zijn; even onwaar, dat de kom- mandant van het regiment Zouaven een verrader was omdat zijne sol daten, bij den uitval uit Parijs op den 19ien September, wegliepen. Frankrijk heeft zich-zelf verradenen de verraders heeten: verwaandheid en ijdelheid. Als typen van dit verraad vertoonen zich Gramont en Leboeuf, in hunne verwaandheid tegenover Pruisens krachtde heer Thiersin zijne verwaandheid, dat de groote mogendheden helpen moesten, ofschoon hij het wasdie steeds den oorlog tegen Duitschland gepredikt hadJ ules Favre, die ijdel en verwaand genoeg was om te veronderstellen, dat het zegevierende Pruisen, vóór het half ingenomen Parijs, om vrede zal vragen. Wanneer de eerste bommen in de straten van Parijs vallenzullen we zien, wat uit Jules Favre en zijne consorten zal worden. Plet woord déchéance wordt even gemakkelijk uitgesproken als het vive Vempereur of vive la republiqueen nergens ter wereld heeft men, zoo dikwijls en zoo geheel ongemotiveerd, weer iets nieuws hooren plebiscileeren als in Parijs.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 21