dat gedurende den nacht de voorpostendienst verricht zou worden door de weinige nog aanwezige europesche soldate nen dat alle lichte veldartillerie op de hoogte tusschen de redouten No. 1 en 2, en de rijdende artillerie, niet elders gebruikt wordende in het retranchement voor de kazernes en voor de reserve zou geplaatst worden. Men ziet dusdat Janssens vrij zekere berichten omtrent den stormaanval schijnt gehad te hebben, en ook passende maatregelen gelastte om die afteweren. De generaal Jumel kwam 's nachts laat in zijn gewoon kwartier bij de redoute No. 2 aanging eenigen tijd rustenen liet onder- tusschen door den kolonel der genie Starrenburg eene brug over de drooge gracht voor het voorfront slaanwaarover hij omstreeks 3 uur een detachement van 24 jagers, gekoramandeerd door een hunner officieren, deed uitrukken, met last een onderzoek te doen naar de voorposten en bewegingen des vijands. Hij liet echter dit detache ment om 4 uur weder inrukken, zonder dat het iets verricht haden verzuimde tevens', zich te verzekeren of de vijandvan de duisternis gebruik makende, ook van de zijde der redoute No. 3 trachtte te naderen. De uitkomst heeft bewezen, dat het laatste geschied is, en ieder zal moeten toegeven, dat zulks geheel en al aan Jumel moet gewe ten worden, die, niettegenstaande hij wist dat een stormaanval te verwachten was, en zelfs duidelijke bevelen ter zake hadalle gewone voorzorgsmaatregelen verzuimde. Inmiddels had Jumel omstreeks 2 a 27° uur rapport ontvangen, dat de werken en batterijen in front gereed en de stukken aldaar opgesteld waren, doch dat men slechts 15 kanons zou kunnen ge bruiken, en d«t bedieningsmanschappen e% de noodige munitie nog steeds ontbraken. De beide laatste omstandigheden werden onder scheiden malen, voornamelijk door deii luitenant-kolonel der artillerie Hermaui, kommandeerende de redoute No. 1, bij Jumel overgebracht; deze antwoordde telkensdat daarvoor gezorgd was. Toen de generaal Jaussens 's morgens omstreeks 4V2 uur met zijnen staf in het voorfront aankwam, vond hij echter geen enkele der 's avonds te voren door hem gegeven bevelen opgevolgd. De troepen waren niet onder de wapens; noch de veld-, noch de rijdende artillerie waren op de bepaalde plaatsin de redoutes No. 1 en 3 waren geen kanonniers aanwezigaan munitie was gebreken men was nog niet met het aanvoeren bezig; de kolonel-kommandant der artillerie was afwezig; de majoor Muller, kommandeerende de 220

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 227