MILITAIRE TELEGRAFIE. Vervolg van blz. 198). IV. Wij zullen nu nagaan, hoe met het beschreven materieel, dat niettegenstaande alle pogingen om het te vereenvoudigen, vrij inge wikkeld blijft, een lijn gelegd wordt. Voor de vervaardiging der lijn kan mén, als maximum, een deta chement aannemen van 1 onderofficier, 2 korporaals en 12 man, in drie afdeelingen gesplitst. Van de voertuigen marcheert de reservewagen voorop, daarop volgt het postrijtuig. De onderofficier marcheert aan het hoofd; hij traceert de lijn, onmiddellijk gevolgd door de eerste groepdie de gaten voor de lansen maakt bij het gebruik van de opgehangen lijn, of den greppel voor den kabel, bij gebruik van dezen laatste. De tweede groep, met één korporaal, is bezig aan de rollen; deze maakt de vlechtingen, isoleert die, en legt de lijn of den kabel in gereedheid voor de derde groep, die met den tweeden korporaal de lijn op de lansen bevestigt, of den kabel in den greppel plaatst en bedekt. De verschillende seinen om op te houden enz. worden door den onderofficier met een fluitje gegeven. De. lansen staan, naargelang het terrein is, op 40 a 60 el ouder lingen afstandook is het geheel een terreinquestie, of de kabel met veel of weinig krammen in den grond moet bevestigd worden. Als de lijn lang gebruikt moet wordenhangt men haar op; vooral

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 235