16 Wanneer eens de honger en de ellende zich onder duizeude muitzieke, opgewonden en luie republikeinen vertoonen, dan zal de storm zeker los barsten. Jules Favre en zijne vrienden mogen het dan nog zoo goed mee- nenmogen werkelijk het ideaal van een gemeenebest voor oogen hebben wie hoort gedurende het loeien van den stormnaar de roepende stem des schippers, die reeds met moeite zijn eigen leven voor het nederstortende tuig en de golven kan beveiligen Ik voor mij geloof niet dat in den tegenwoordigen tijd'in een van de groote staten van Europa, eene republiek, naar het model van de noord-amerikaansche of van een der oude griekschein het leven kan worden geroepen. De europesche volkeren zijn daarvoor niet rijp. Maar al was mijne zienswijze ten deze onjuist, dan is het toch zeker, dat het onrustige, op gezette tijden zich republikeinsch noemende Frankrijk het allerminst voor een republiek geschikt is. De reden hiervan ligt voor de hand. De Franschen zijn ijdel, pronk ziek, strijdzuchtig en wispelturig; eigenschappen, die de monarchie goed keuren kanmaar de ware republiek nimmer. XVI. Frankrijk is dus overwonnen. Niet zonder ironie geeft de Punch eene plaat, waarop de schim van Lodewijk XIV, naast Napoleon I staande, naar Wilhelm van Pruisen wijst, die bezig is de kaart van Parijs en omstreken te bestudeeren. nis dat liet einde van al die glorievraagt hij, de schim. nMet icien moeten wij vrede sluiten vraagt op zijne beurt von Bismarck, in den Kladderadatschmet een van zorgen bezwaard hoofd. Vóór hem vertoont zich het belegerde Parijs uit welks midden Napoleon III, op de "VVilhelmshöhe zittende, verrijst, terwijl men, op twee vliegers, de namen Bourbon en Orleans leest, en Jules Favre door den kanselier ietwat onzacht terechtgewezen wordt. //Wie waarborgt ons de vervulling van de beloften van een volk, dat de speelbal is van zijne hartstochten"? En terwijl de nieuw georganiseerde miliciens en vrijwilligers hier en daar met enkele voorgeschovenproviand requireerende en contributiün inzamelende pruïsische troepen in gevechten gewikkeld wordenhet noor delijk Frankrijk bijna geheel in 's vijands handen is en Parijs, dat Wilhelm niet lombar deer en wildreigt, zich tot het uiterste te zullen verdeedigen, zien de groote mogendheden alles met zekere onverschilligheid aan. Frankrijks vernedering schijnt hen óf niet te deren, of juist van pas te komen. Zij zien in deze de hand van een wrekenden Nemesis, eene

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 23