18 Dit betaamt den ondergeschikte nietdit kenmerkt een slechten geest en een groot gemis aan discipline. In plaats van hem te beklagen, die, door omstandigheden gedrongen, ja, bijna verpletterd, gedwongen wordt eene versterking over te geven, scheldt men hem uit en werpt hem, den chef, die niet anders handelen kononteerende titels aan het hoofd. Mac MahonBazaine en zelfs Uhrich hebben dit moeten hooren, ja het is voorgekomen, dat een geheel comité' van gevangen hoofdofficieren uit hunne gevangenschap tegen de capitulatie van Sédan geprotesteerd hebben. De Hemel beware elk legerhoofd voor zulke ondergeschikten! Evenzeer als de bataillons-kommandant, gedurende eenen veldslag, zijne geheele oplettendheid aan zijn bataillon en den het meest nabij hem staanden vijand wijden moet, en dus weinig of niets van eene beweging begrijpt, die een ander bataillon, onder andere omstandigheden, moet doen, even min kan hij de handelingen van den opperbevelhebber op zeker oogenblik beoordeelen. De capitulatie van Sédan was een logisch en onvermijdelijk gevolg van de omstandigheden waarin men verkeerde. De straksbedoelde hoofdofficieren hebben even onrechtvaardig gesproken als de soldaat, die den keizer bij deze gelegenheid coquin noemde. Maar in Frankrijk schijnt het de gewoonte te zijn, om ieder een schelm of verrader te noemen, die ongelukkig is. De heer Gambetta, een jong advokaat, vol gloeiend patriotisme en bijtend verstand, maar een man zonder vernuftdie den rol van dictator uil spelen, heeft den maarschalk Bazaine tot een verrader uitgeroepen, en hem gelast, zich wegens de overgave van Metz te verantwoorden. Ongelukkig voor Frankrijk, dat deze geest van contradictie, van beter weten en kunnen, deze insubordinatie, ook in het leger thuis behoort, en daar een hoogst verderfelijken invloed op de discipline uitoefent. Hoort de soldaat zijn kapitein met minachting' van den regiments-kom- mandaut spreken, zoo is het nauwelijks af te keuren, wanneer hij zich, in denzelfden geest, over zijne officieren uitlaat. En dit is voor de dis cipline doodelijk, daai het aan elk gedaan bevel van den chef dadelijk de kracht ontneemt, en zwakke en weifelende karakters, vooral de massa der troepenonwillig of moedeloos maakt. Een groot deel van hun overwicht over de Franschen heiben de Duit- schers gedurende dezen veldtochtaan hunne uitstekende discipline te dan ken. Noemt ze daarom niet dom en onnadenkend, gij republikeinen par excellence! Juist de bij hen gevestigde overtuiging, dat de veldoverste, met eer, ongedisciplineerde!!philosoplieerenden troep, bij welken ieder het beter meent te weten dan de generaal, niets uit kan voeren, doet ze ge streng diens bevelen opvolgen. Een voor allen, en allen voor dien eene! Toen een van deze heeren philosophen het verhaal had gelezen van een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 25