19 Pruisisch regiment.dat, bij eeue attaque op e«ne brug, zes malen met vreeselijk verlies teruggeslagen, den storm voor eene zevende keer her haalde, riep hij hoonlachende uit: vezels van kerels Juist, mijnheer. Door zoodanige ezelachtigheid forceerde Napoleon I met zijne grenadiers de brug van Lodien staan nu de duitsche ezels voor Parijs Ik ben verzekerd dat mijne redeneering door het indische korps officie ren begrepen en beaamd wordt. Men zal tevens moeten toestemmendat iemand, die niet weet te gehoorzamen, ook niet weet te bevelen. Ver trouwen op den chef is de eerste voorwaarde tot de overwinning. Zeide in der tijd Montecuculi, dat men tot het voeren van oorlog drie dingen noodig had, namelijk: geld, geld en nog eens geldzoo mogen wij er thans nog wel bijvoegen: Discipline! Parijs is door de Pruisen nog niet gebombardeerd. Men houdt dit voor zwakheid des vijands. Deze denkt echter mensehlievender dan zij die daar binnen het bevel voeren. De honger zal meer doen dan het kruit. Men zal dan moeten capituleeren. Of denkt men aan de legers van de Loire en van Amiens? Verwacht men van daar versterking en vivres, waar Bourbaki kommandeert, of waar Garibaldi aan de fransche troepen en vrijwilligers als kommandant is op gedrongen Zullen de roode of de gematigde republikeinen, de imperialisten, de legitimisten de overhand krijgen Hierover kan men veel praten, maar niets bepaald zeggen. Maar Parijs zal vallen, en de duitsche legers zullen in deze wereldstad hunne intrede doen, wanneer vóór dien tijd geen vrede geslóten wordt. Aan de toekomst blijft de taak opgedragen om, zonder partijgeest, w-aar en onafhankelijk van de handelende personennauwkeurig te verhalen van den reuzenstrijd in het jaar 1870. Niemand, tot welke partij hij behoort, zal de hoofdfeiten kunnen ont kennen. Moge het vernederde Frankrijk het ontzettende ongeluk met vereende kracht dragen als een man, zich eindelijk onderwerpen aan de eischen van den overwinnaar, en tot de overtuiging geraken dat elke vorm van regeering goed kan zijn, als er maar burgers gevonden worden, die haar met vertrouwen te gemoet treden, en niet dadelijk van verraad spreken, wanneer de fortuin tegenloopt. Hiermede besluiten wij, voorshands, onze beschouwingen. 15 December 1870. F. G. WIESEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 26