267
Het plan van aanval der Engelscheu was uitstekend ontworpen
doch wijl daartoe nauwkeurige kennis van het terrein en der posi-
tiën van de Eranschen een onvermijdelijk vereischte was, kan men
wel nagaan, welk belangrijk deel de gedeserteerde intelligente onder
officier Pauly daaraan moet gehad hebben.
De uitvoering geschiedde met overleg en groote stoutmoedigheid;
maar het is zeker, dat, zonder de zorgeloosheid van van der Kaa,
de overval mislukt zoude zijn, terwijl het nog zeer twijfelachtig
was, of Gillespie, wanneer van der Kaa meer tegenwoordigheid van
geest had gehadzijne stoutmoedigheid niet duur bekocht zou heb
ben. Evenwel komt Gillespie allen lof toe, vooral wanneer men be
denkt, dat hij, niettegenstaande zijn gestel door binnenkoortsen
ondermijnd was, den geheelen morgen te voet in de weer was, en,
toen zijne krachten hem begaven en hij in de armen van een zijner
aids-de-camp in zwijm gevallen was, niettemin later weder te paard
steeg en zelf de krachtdadige vervolging tot halfweg Buitenzorg leidde.
Inmiddels was Jaussens, zooals reeds gezegd is, te Buitenzorg aan
gekomen alwaar zich 's avonds van den 26sten de meeste regeerings-
leden bij hem gevoegd h.idden. Tegen den avond verzamelden zich
daar ook vele officieren voornamelijk de brigadier de Koek, fungee-
rend chef van den staf sedert Alberti gewond was, de kolonels du
Eour, van Motman, Starrenburg en Wienrich, terwijl van tijd tot
tijd zeer onordelijke halfgewapende, half niet gewapende troepen al
daar aankwamen.
's Avonds verscheen mede de generaal Jumel en werd, gelijk men
zich kan voorstellen, niet vriendelijk ontvangen. Hoezeer hij met
rechtstreeksche beschuldigingen van plichtverzuim overladen werd
hoorde hij die aan, zonder iets zakelijks tot zijne verdediging bij te
brengen. Het is evenwel onbegrijpelijk, dat Jansseus hem niet op
staanden voet ontsloeg en, hoetvel hij het bevel over de aanwezige
troepen aan van Motman opdroeg, Jumel later zelfs nog een kom-
mando toevertrouwde.
Om 9 uur kwam ook een aide-de-camp van Lord Miuto aan met
voorslagen tot eene eervolle capitulatie, welke echter door Jaussens
van de hand werden gewezen.
Hoewel Janssens van tijd tot tijd bericht ontving, dat zich hoe
langer hoe meer vluchtende troepen om en nabij Buitenzorg verza
melden, zoodat luitenant-kolonel van Vollenhoven reeds weder meer
dan 500 man van onderscheidene korpsenen daaronder een groot