268 aantal jagers, bijeengebracht had en zich dus niet zonder grond naogt vleien dat van Motman weldra een 12- of 1500 man onder zijne bevelen vereenigd zou zien, achtte hij deze macht evenwel vol strekt ontoereikend om Buitenzorg te bezetten. Hij begreep dus, den vijand aldaar niet te kunnen afwachten, maar besloot'naar Samarang terug te trekken en zich aldaar met de opgeeischte hulp troepen der javaansche vorsten en het legioen van Prang Wedono te vereenigen. Dientengevolge werd den brigadier von Lützow gelast, dadelijk alle stukken in de, in den omtrek van Buitenzorg aangelegde, redouten te doen vernagelen en met achterlating van het korps djajang-secarsalle troepen bijeen te trekken. Nadat deze voorzorgen genomen waren, veroorloofde Janssensaan alle aanwezige ambtenaren uitgezonderd de leden der hooge regee ring en de ambtenaren der financiëele administratie en van de gou- vernements-secretarie's anderen daags naar hunne woningen op Batavia terug te keeren mits hun woord van eer gevende, geene bedieningen hoegenaamd van het engelsche gouvernement te zullen aannemen, zoolang de fransche vlag nog in eenig gedeelte van het eiland woei; hij vertrok daarop, met het meerendeel der aanwezige officieren en ambtenaren naar Tjiseroa. De generaal Jumel en de kolonel van Motman bleven met eenige officieren te Buitenzorg achter, met last de reeds verzamelde en nog verwacht wordende troepen met allen spoed te doen volgenterwijl den landdrost Yeeckens opgedragen werd daartoe de noodige transportmiddelen te leveren Janssens bereikte eerst den 27sten Augustus, 's morgens te 6 uur, Tjiseroa; en toen kort daarop ook de generaal Jumel en verscheiden leden der hooge regeering aldaar aangekomen waren, droeg hij eerst genoemde op, alle troepen, die hij kon'verzamelennaar Samarang te dirigeeren, ter beveiliging van 's lands kassen al het mogelijke te doen, op zijnen marsch alle overgetrokken bruggen achter zich af te doen breken en voorts den vermoedelijk volgenden vijand zoo vele hindernissen in den weg te leggen als maar mogelijk was; terwijl hij aan de leden der hooge regeering vergundeonder dezelfde bepa lingen, als hiervoren voor de andere ambtenaren vermeldnaar Batavia terug te gaan. Vervolgens zette de gouverneur zijne reis naar Samarang voort, onder weg aan alle landdrosten en inlandsche regenten bevelende om voor transportmiddelen voor de troepen zorg te dragen, terwijl hij te Tjandjoer zijn aide-de-camp Codère en luitenant-kolonel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 275