269 Dibbets naar Soerabaja zond, met last, zich bij hunne aankomst aldaar onmiddellijk in te schepen op de twee onlangs met hem uit Europa gekomen fregatten, ten einde zijne rapporten naar Europa over te brengen. liet gelukte deze fregattenop den 3den September aan de waak zaamheid van het voor Soerabaja gestationeerde engelsch eskader te ontsnappen en, ofschoon vervolgd, naar Europa te ontkomen. Te Samarang, dat wegens zijne ligging dicht aan zee en onbedui dende vestingwerken onverdedigbaar was, had inmiddels de brigadier ridder von Wiuckelmankoinmandant van het 2e militair arrondis sement, toen hij hoorde dat Batavia door den vijand was aangevallen, ter hoogte van Serondol eene stelling gekozen op een terrein, ongeveer 2 uren zuidwaarts van de stad gelegen. Dit terrein, op de zeer moeielijk toegankelijke hoogten van Djatti ngalé, 5 a 600 voet boven de oppervlakte der zee gelegen, is aan de noordzijde alleen genaakbaar langs den in de rotsen uit gehouwen grooten weg, welke gemakkelijk afgesloten en verdedigd kan worden. Om het van den oost- en noordoost-kant, alwaar de toegang minder bezwarend is, te kunnen naderen, moet de vijand een allermoeielijksten omweg van 5 a 6 uren maken en kan dan, na den tegenstand te hebben overwonnen, welke men hem in de vele engten, die hij aldus passeeren moet, kan bieden, nog blootgesteld worden aan het vuur eener redoute, welke men op eene 200 passen achterwaarts gelegen hoogte kon opwerpen. Aan de noord-west- en westzijde kon die stelling gemakkelijker bereikt worden, doch ook dan moest de vijand vele licht te ver dedigen bergengten forceeren, en zou hij daarna weder onder het vuur der zoo even bedoelde redoute komen. Eene omtrekking der stelling zoude ein delijk niet dan door een moeielijken marsch over rijstvelden, en met groot bezwaar voor het vervoer van geschut kunnen plaats vinden. Achter de stelling is het terrein steeds rijzende, en biedt het dus eene sehoone gelegenheid voor eenen te rugtocht en tegenstand na vermeestering der eerste positie aan. Deze stelling was alzoo zeer sterk en zou door een goed leger van 8- of 10000 man, aangevoerd dcor bekwrn e i ffeieien gen akke- lijk tegen eene driemaal sterkere overmacht kunnen verdedigd woidtn. Winckelman was voornemens om, wanneer de vijaid fdnranng mocht aantasten, naar deze positie terug te trekken en haar met het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 276