278
kolonel Gibbs ontschepenen nam hij zonder tegenstand bezit van de
stad. Eerst toen vernam hij ook bepaaldelijk dat Janssens eene
versterkte positie boven de stad ingenomen had, en dit bevestigde
hem in zijn voornemen om de Eranschen eerst in midden-Java aan
te vallen, alvorens naar den Oosthoek te gaan.
Tengevolge van deze wijziging in het plan van den engelschen
opperbevelhebber waren te Samarang slechts weinig troepen aan
wezig; doch daar admiraal Stapford met die wijziging volstrekt geen
genoegen genomen had en weggezeild was naar Soerabaja, moest
Auchmuty wel met de kleine macht, welke op den 13den September
ontscheept was, handelen.
Deze machtbestaande uit
630 man van het 14e regiment,
420 18e id.
60 Sipajers en een detachement pionniers,
stelde zich den 16deI1 's nachts om 2 uur onder de bevelen van
den kolonel Gibbs in beweging, en ontdekte de Eranschen reeds des
morgens vroeg, na door het bergachtig met ravijnen doorsneden
terrein zes mijlen te hebben afgelegd.
Had Janssens nu dadelijk de positie aan de Toentang bezet, dan
zou Auchmuty, met zijne kleine macht, en door de vloot verlaten, in
zeer netelige omstandigheden verkeerd en de oorlog een geheel
anderen loop genomen kunnen hebben.
Daar Gibbs te Samarang volstrekt geene inlichtingen omtrent
de positie van Janssens had kunnen verkrijgen, wilde hij voorloopig
halt hcudenom bij het vallen van den avond de sterke stelling,
waarvan een frontaanval hem te gewaagd voorkwam, te verkennen;
doch Sir Auchmuty begreep dat lang wachten de geringe getal
sterkte zijner troep zou verradenen er alzoo dadelijk gehandeld
moest worden. Daar hij veel vertrouwen in de dapperheid zijner
troepen stelde, gaf hij bevel terstond aan te vallen.
Alzoo werden des morgens met het aanbreken van den dag de
posten op den linkervleugelin de vallei aan de groote rivier staande,
geattaqueerd en teruggedreven, en was weldra de aanval op de
voorposten der Eranschen algemeen.
Janssens begaf zich daarop terstond naar de hoogten achter de
batterijen en moedigde deze door zijne tegenwoordigheid zoodanig
aan, dat. zij den vijand ongeveer een uur staande hielden. Doch
daar de Engelschen thans ook tegen het centrum en den rechter
vleugel aanrukten, op de batterijen van den linkervleugel en het