'291
materieel
1 postrijtuig (1 paarden)
4 reservewagens (16 paarden),
8 draagpaarden 1
I o j (tot vliegende post
8 handwagens J 3 r
1 kapitein-kommandant,
4 luitenants,
1 sergeant-majoor,
4 onderofficieren conducteurs (telegrafisten),
4 gewone onderofficieren,
personeel \on
jüO man (twee ateliers voor het postrijtuig),
|30 man (voor de berglijnen). en
f30 geleiders en stukkenrijders;
welke sterkte de formatie moest zijnmaar in het begin
Vveel minder kan genomen worden.
De vliegende posten zullen op het bergachtige terrein het meest
gebruikt worden. Als# toestel zoude inen proeven moeten nemen met
electro-magneten als electriciteit-voortbrengersMorses seinontvanger
en een ander letterschrift en papiersoortzooals boven besproken
werd. Verder gebruike men alleen kabels.
Bij groote lijnen verbindt men de werkzaamheden van den vlie
genden post met die van het postrijtuig, ingericht als boven beschre
ven werd. De omstandigheden zullen dikwijls dienen te beslissen
hoe men handelen moet.
De kapitein en de luitenants zouden bij den burgerlijken dienst
degelijk onderricht moeten ontvangen in electriciteit, telegrafie en
alles wat daartoe behoort, ten einde zoo spoedig mogelijk de prac-
tische oefeningen te kunnen beginnen en een cursus voor onder
officieren korporaals en manschappen te openen.
Het korps zoude bij de artillerie moeten worden ingedeeld, liefst
bij de veldartillerie te Banjoe Biroe, waar het terrein uitstekend
voor de proeven geschikt zoude zijn; administratief moest liet korps
onder den kommandant van de veld- de en bergbatterijen staanmaai
de kapitein en chefs bij instructies en proefnemingen zelfstandig
optreden.
Ook de luitenants moeten geheel op zich-zelf kunnen handelen
en na voldoende oefeningen op andere plaatsen, ook buiten Java»
met eenig berg-telegraaf-materiëel gedetacheerd worden, ten einde
het terrein te leeren kennen, en bij daar mogelijke expedities meer
bij de hand te zijn.
Uitgebreide kaarten en plannen, kennis der hulpmiddelen waar-