natuurlijk ook zonder dwang diegenen aan te sporen tot stu die, wier opleiding, ontwikkeling en uitgebreidheid van kundigheden hun eeue schitterende toekomst waarborgen. Moedigt hen aan om navorschingen te doenwier resultaten in den vervolge voor hen en voor het algemeen belang vruchtdragend zullen kunnen zijn. Die officieren zijn de geboren sprekers op de bijeenkomsten. Wij hebben dus doen zien, dat men de wetenschappelijke bijeenkomsten moet losmaken van de hooge mate van dwangdie daaraan verbonden is. Ook hierin moet vrijheid heerschen. Aan de korpschefs wordt het geheel en al vrijgelatenoin die bijeenkomsten zoodanig te regelen, als hun zulks het doeltreffendst voorkomt. Hij zal te dien opzichte de opiniën zijner onderhebbende officieren moeten inwinnen. En als van zelve komen w:e tot de beantwoording der derde vraag Welken vorm moet men aan die bijeenkomsten geven, en welke onderwerpen dienen daarin behandeld te worden Alle onderscheid van rang, behoudens de verplichtingen, die ieder welopgevoed mensch aan hem, die eene hoogere positie in de maat schappij vervult, moet nakomen, houde op. Ieders opiuie wordt geëerbiedigd en eene minzame critiek vervange lusteloosheidonver schilligheidstilzwijgen of ongepaste vrijmoedigheid. Men houde die bijeenkomsten in ruime, luchtige localen. Zijn die niet in of buiten de kazerne van gouvernementswege aanwezig, dan traclite men uit het eene of andere fonds een geschikt locaal elders te huren. Men bepale het uur van bijeenkomst zóódanig, dat bijna alle officieren van hetzelfde korps daarop kunnen verschijnen en niet door den kazerne- of garnizoensdienst zóó vermoeid zijn, dat zij geneigd zijn te slapen. Het verschijnen in uniform moet niet als verplichtend beschouwd worden. Aan den korpschef wordt het eere-presidium opgedragen. Een kapitein en twee luitenants b. v. worden bij meerderheid van stemmen gekozenom de commissie van rapporteurs uit te maken. Een hunner is secretaris en houdt de notulen aan. Bij die commissie komen alle verzoekschriften in tot het houdeu van voordrachten of tot het bespreken van algemeene belangen, het korps of het leger betreffende. De president-honorair heeft het recht aan de commissie van rap porteurs, de behandeling van de eene of andere zaak, het korps betreffende, de bestudeering van den een of anderen veldtocht of de bespreking van eenig ander onderwerp van krijskundigen aard op te dragen. De commissie van rapporteurs zal nu en dan aan de een of andere specialiteit het verzoek doen, om eene populaire voor- 302

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 309