311
Is zulks aan onwil te wijten, dan behoeft de officier dien cursus
na den bepaalden termijn niet meer te bezoekenmaar wordt van
hem aan het departement van oorlog een rapport ingediend. Ook
den maatregel, van andere officieren zooals in de A. O. n°. 68 van
1869 staat dien cursus te laten volgen, bijaldien zij blijken geven
van onwillig te zijn, om zich op de hoogte te stellen van hetgeen
zij moeten kennen, vinden wij verderfelijk, en zoude, naar onze
opinie, niet meer toegepast mogen worden. Daardoor vernedert men
een officier, en eene vernedering is voor hem meer dan eene straf:
en wij zouden den officier, in dien zin, veel minder willen straf
fen maar steeds trachtenop zijn eergevoel te werken. Helpt
zulks niet, dan dient hij des noods ongeschikt voor het vervullen
eener hoogere betrekking aangeteekend te wordenwant wij stellen
op den voorgronddat de officier van den tegenwoordigen tijd uitge
breide kundigheden moet bezitten, doordien hij meer en meer zelf
standiger optreedt. Wij zeiden echter ook ergens, dat men van de
subalterne officieren niet zooveel behoefde te eischen en dat de zorg,
dien zij voor het welzijn hunner onderhoorigen hebben en de trouwe
plichtsbetrachting, die hen in hunne diensten kenmerkt, den lande
beter gediend hebbendan uitgebreide kundigheden. Oogenschijnlijk
is dit eene tegenstrijdigheid, doch wij willen niet verkeerd begrepen
worden. Indien we twee oogenschijnlijke tegenstrijdigheden ter neer
schreven, dan is het, wijl wij een onderscheid willen maken, tus-
schen hetgeen er was en nog is en hetgeen er moet zijn. Onze
tegenwoordige officieren in eens al die nieuwe eischen op te dringen
is niet mogelijk; zulks moet langzamerhand gaan en bij het jongere
gedeelte, maar niet bij het oudere, begonnen worden, maar dat wil
niet zeggen, dat die ouderen niet bruikbaar voor den tegenwoordigen
tijd zijn integendeelwij bedoelen daarmededat zij nog meer moeten
kennen, en dat het aanleeren van nieuwe vakken voor den jeug
digen officier veel meer gemak oplevert dan voor den ouderen.
Keeren wij dus naar ons onderwerp terug. De duur van den
cursus wordt op P/2 uur gesteld. Men houdt dien op zulk een
uur, dat die nimmer om andere diensten kan afgelast worden. Ter
veraangenaming der leerlingenzullen alle schoolsche en pedante
vormen vermeden worden; de instructeur zij steeds indachtig, dat
hij officieren moet onderrichten en dat zijn onderwijs dus boven alles
practisch moet wezen. Nu dient dat onderwijs zóódanig geregeld
te wordendat ieder officierna verloop van een jaareen gedeelte
van al de door ons opgenoemde vakken heeft behandeld. Nu zal