328 met gagement, kan men, zonder zich aan overdrijving schuldig te makengerust op 45 jaren stellenis dan de man in staat om nog te werken in den regel zeker nietwant wat hier voor een ambachtsman, die van kindsbeen werk*i gewoon is, nog van toe passing kan zijnis dit niet meer voor den soldaatdeze is handen arbeid ontwenden kan met het betrekkelijk gering pensioen niet in zijn levensonderhoud voorzien. Ook voor de onderofficieren is dit van toepassing; hunne betrekking in dienst is te eervol geweest, om na het verlaten daarvan baantjes aan te nemendie vernederend voor hen zijn. Gedeeltelijk is er wel voorzien in de toekomst van oude militairen doch dan moeten zij in de termen vallen, bepaald bij art. 1, 2, le alinea, art. 2, 6 3e alinea, en art. 3 van het reglement op het invalidenhuis te Bronbeek (A. O. n°. 1 van 1863); art. 7, §6 dierzelfde order evenwel, ontzegt aan hen, die gehuwd zijn, of kinderen hebben, de opneming daarin; en deze hebben liet toch het meest van noode. De gagemeuten zou men in twee termijnen kunnen verhoogen; en wel, voor de Europeanen bij zestien- en twintigjarigen, en, voor de Amboinezen en inlanders, bij twintig- en vijfentwintigjarigen dienst tijd; terwijl alleen afkeuring voor den activen dienst, als door ziek ten verwonding of gebreken in en door bevolen diensteneerder recht geeft op gagement. De gagementen zoude volgens mijn meening als volgt kunnen zijn: Voor afrikaansche militairen behoeft het gagement niet verhoogd te wordendeze hebben voldoende en kunnen er gemakkelijk nog iets bij verdienen. Het lot der weduwen en weezen van militairen beneden den rang van officier nioet beter bepaald verzekerd wordendan bij algemeene order 110. 41 2 van -1861 is gedaan. Deze order zoude in den volgenden zin gewijzigd kunnen worden: Voor een adjudant-onderofficier 11a zestien jaren f 437,50, na twintig f 475, II ii sergeant-majoor a n ii ii 370,—, a a 1, 400,— II ii europ. sergeant en fourier n ii n n 337,50, n 375,— II n n ^korporaal ii ii n n 270,—, a 1, 300,— II n a fuselier n n n ii 230,—, n ,i 260,— II ii amboineesch sergeant n n ii ii 162,—, n n 216,— II n n korporaal li ii .ii n 135,—, ii ii ii 180,— II n ii soldaat IU ii n ii 108,—, n ii ii 140, II n inlandsch sergeant n ii n n 135,—, n n 142,— II a a korporaal n ii ii n 112,—, ii 120.— II ii ii soldaat n n ii ii 90,—, ,i ii ii 108,—

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 335