26 gesloten gelederen mocht heeten. Ik wijs slechts op het weinig gebruik, dat bij den oorlog in Italië (1859) van dit wapen gemaakt werd; de Fransche soldaten gaven bijna altijd de voorkeur aan het gebruik der bajonet. //Het is overigens gemakkelijk, eeue raming te maken van de vermoedelijke verliezenwelke eene koionue zou oudergaanwanneer het den aanval ondernam op eene positie, b. v. door een bataillon van 720 man verdedigd. De kolonne zou ongeveer 200 meters onder het vuur van den verdediger moeten doorloopendus gedu rende twee minuten; zij zou in dien tijd 1500 kogels te gemoet gaan, waarvan 10 pCt. vermoedelijk raken; er zouden alzoo 150 gedoodeu of gewonden achterblijven. //Aldus zouden, wanneer de aanvaller even sterk was als de ver dediger, bijna 600 man hun doel bereiken; dezen hebben een groot moreel overwicht en zouden bijna zeker slagen. Met de tegenwoordige wapenen zou de aanvaller den dubbelen afstand, onder een moorddadig vuur van den vijand (van 6 schoten in de minuut), moeten doorloopen; hij zou in dien tijd 17280 pro- jectilen ontmoeten, dus 24) per man; slechts zeer enkelen, om niet te zeggen geene, zou dan ongekwetst blijven. //Ik kan mij dus niet voorstellen dat een aanval kan gelukken zoolang de verdediger stand houdt, ook al was de aanvaller betrek kelijk veel sterker dan deze. //Maar zoo nu het rottenvuur deze verschrikkelijke macht voor den verdediger heeftvoor den aanvaller heeft het dit zeker niet. Boven de 400 meters heeft dat vuur weinig waarde, en men kan zich moeilijk een troep voorstellen die wil aanvallen, en op 300 a 400 meters stand houdt om zich in een vuurgevecht met den vijand te wikkelen. Eene zeer bijzondere gesteldheid van het terrein al leen zou de kansen tusschen aanvaller en verdediger gelijk kunnen doen zijn." De schrijver brengt omtrent artillerievuur slechts weinig in het midden. Hij beschouwt de artillerie als een speciaal aanvalswapen en herinnert onsdat grootere schootsverheid en meerdere beweeg baarheid haar menig voordeel heeft verschaft. Ten aanzien van het artillerie- en het tirailleurvuurals elemen ten tot den aanval, en van deze benevens het salvo- en rottenvuur als de middelen van verdediginggeeft de schrijver eene schets van de //rationele theorie van het gevecht", zooals hij die opvat, bij het gebruik der tegenwoordige wapenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 33