341
Beschouw de geschiedenis van Spanje, Italië, Portugal, Engeland,
Amerika.
Men ziet gaandeweg een voortdurenden strijd tusschen het volk
en het gezag, den strijd der democratie met hare satellieten, het
socialisme en het communisme, tegen de regeering; een strijd, die,
naarmate het volk nog meer of minder aan orde en eerbied voor
de wet is gehecht, ook evenredige vormen aanneemt.
De financiëele achteruitgang des lands, de mindere welvaart der
bewoners, worden bijv. steeds aan de regeering geweten, soms niet
ten onrechte; doch niet overal draagt de regeeriug de schuld, die
veeleer te zoeken is in de eischen en behoeften des tijds en in de
gebreken des volks zeiven: zucht naar weelde en gemak, het hooger
willen vliegen dan de vleugels reiken.
Ook in Nederland is die toestand waar te nemennu de tijden
voorbij zijn, waarin bijv. in den handel op gemakkelijke wijze ton
nen schats konden worden vergaard, nu daarentegen de prijzen der-
levensbehoeften zijn gestegen, neemt de oppositiegeest meer en meer
toeen, ofschoon het koningschap brj ons nog nimmer ernstig werd
aangerand, ziet men toch de daden der hooge regeering, zoo van een
liberaal van ais een behoudend kabinet, steeds aan de heftigste tegen
stand en critiek onderwerpen. Het eene kabinet voor, het andere
na wordt genoodzaakt af te treden soms meermalen in een jaar
zonder dat het den tijd heeft gehad de voorheerschcnde regeerings-
beginselen geheel tot uitvoering te brengen, of de uitkomsten daar
van te doen beoordeeleu.
Zien wij dergelijke reactie tegen het hoogste staatsbestuur, het
lijdt geen twijfel of de autoriteiten, aan wie de regeering een ge
deelte harer macht moet overdragen, moeten nog in grootere mate
den invloed daarvan ondervinden en, zoo afdalende, omvat zij alle
schakels der hiërarchie.
Wij herhalen na deze inleiding: dat de taak van het gezag al
meer en meer moeielijk en ingewikkeld wordt.
Keeren wij thans meer bepaald op het militair terrein terug, tot
de ontwikkeling van het gevoelen
"dat die algemeene geest van oppositie, die minachting voor het
//prestige en het beleid der bestuursmannen, waarvan hierboven is
//gesproken, èn de genoemde gebreken des volks, niet zonder in-
//vloed blijven op den geest, het gehalte en de discipline bij de
//daaruit gevormde legers."