"Soit faute de dispositions naturelles de la part des Francais,
'/soit malhabilité de la part de leurs chefsla discipline est un
"fruit, qui na jamais pu murir eniièrement sur notre sol"
In den Speclateur militairevan 15 April 1867 vinden wij een
dergelijk gevoelen van den generaal d'Azémar; zijne ineening, kort
te zamen gevat, is: "dat de Fransehman de ware militaire geest>
/•/die vooral onbeperkte gehoorzaamheid en taaie volharding in zich
//sluit, thans niet meer bezit, ofschoon de strijdlust der oude Gal-
//liërs hem eigen is gebleven."
Ook de generaal Trochu heeft in 1868 met klem op de gebreken
der fransche krijgsmacht gewezen.
Wat heeft men gedaan om dien toestand te verbeteren?... niets!...
Trochu viel zelfs in ongenade.
Nu is het U bekend, dat bij het fransche leger een soort van
"laisser allerheerschteene losheid en onverschilligheid in den
dienst, die met goede begrippen omtrent de krijgstucht moeielijk te
rijmen zijn.
In 1867 zag men te Longchamp, bij het déiileeren der troepen
voor de keizers van Frankrijk en Oostenrijk, de Zouaven met de
pijp in den mond aanmarcheerende pijp werd voor de standplaats
der vorstelijke personen even achtergehouden en onmiddellijk daarna
ging men weder aan het rooken.
Buiten dienst ziet men eene voor ons onbegrijpelijke gemeenzaam
heid in den omgang tusschen meerderen en minderen, enz.
Men heeft, naar het schijnt, zoo op de bekende dapperheid, het
élan en de onoverwinnelijkheid der soldaten gerekend, dat de krijgs
tucht niet zoo ernstig meer werd getelden deze is toch een hoofd
factor bij krjjgsoperatiën.
Bij de Duitschers heeft men steeds eene groote mate van eerbied
voor de wet en de overheid opgemerkt, al is het juist wat generaal
Knoop in zijn jongste opstel in den //Gids" (aflevering van 1 Februari
1871) betoogt: dat hunne onderdanigheid en gedweeheid voor het
gezag naar ons begrip zekere grenzen overschrijdt, en men daar te
lande de ware vrijheid niet moet zoeken.
Zeker is het, dat de geaardheid der beide volken ook nu weder
in hunne legers is teruggevonden.
Wij vereeuigen ons te dien opzichte met de beschouwingen, in
eene onlangs uitgekomene brochure voorkomende (//Mac Mahou's
marsch van Chalons naar Sédan" door den lsten luitenant der ned.
infanterie A. J. G. W. von Motz).
343