348
worden aangehouden; velen kunnen slechts door vrees of vertoon
van macht worden geregeerd, wat overigens in den aard der meeste
Oostersche volken ligt.
Hun gehalte is in de laatste 20 jaren veel verminderd.
Sedert de gouverneur-generaal Duymaer van Twist in 1852 te
recht een einde maakte aan de verfoeielijke kunstgrependie bij de
inlandsche werving in practijk werden gebracht: bijv. dobbelspel;
sedert dien tijd is men in een ander gebrek vervallen, en komen
gemeenlijk de slechtsten uit de verschillende dorpen en dessa's tot
den militairen stand over.
Het civiel bestuur, dikwerf vertegenwoordigd of althans voorge
licht door het inlandsch dorpshoofdgeeft een certificaat van goed
gedrag af en de man is soldaat.
Ge begrijpt wel, dat de dorpshoofden de goede, ijverige ingezete
nen, de flinke, rustige landbouwers niet gaarne missen, doch daar
entegen met alle liefde de gelegenheid aangrijpenom de slechte
sujetten, de zoogenaamde bangsats, uit hunne dessa te weren. Be
staat al bij de eerstbedoelden neiging om soldaat te worden, zij
werken dit met alle kracht tegenaan de laatsten wordt echter
dikwerf de keuze gelaten, om dienst te nemen of voor den land
raad te worden getrokken.
Vermits bij onze inlandsche huishouding eene goede controle
daarop moeielijk valt en het civiel bestuur er gewoonlijk ook niet
de minste zorg voor heeft het heeft wel wat anders te doen
zien wij voor het meerendeel het slechtste gedeelte der bevolking
onder de wapenen komen.
Aan ons kader, aan onze officiereu is de taak weggelegd, die
menscheu te verbeteren en tot goede soldaten te vormen, en dat
dit slechts bij de minderheid geheel gelukt is u genoegzaam be
kend.
Nu zoude men meenendat bij eene samenstelling en een ge
halte als ik u in de vorige bladen omschreef, ook bij het leger bij
zonder strenge en volledige wetten op het stuk van krijgstucht en
ondergeschiktheid moesten bestaan, en de rechter met strenge hand
aan de daarin weggelegde beginselen vasthield.
Niets is minder waar.
Er is wellicht geen leger, waar de wetten naar de tijdsomstan
digheden zooveel te wenschen overlaten en waarbij in de toepassing
de meeningen zoozeer uiteen loopen.