spaarfonds te storten, om bij het verlaten van den dienst of, bij doorslaande blijken van beterschap eerder, te worden uitgekeerd. Men zou bijv. kunnen beginnen met dengene, die herhaald voor dronkenschap werd gestraft, bijv. eenige malen in het jaar, zoodat hij naar onze wijze van bestraffing daarvoor provoost-arrest onder ging, gedurende drie maanden aan dien maatregel te onderwerpen, in dien tusschentijd mag hij geen oppasser zijn of op andere wijze extra geld verdienen. Is hij gebeterd, dan geve men hem na 3 maanden zijne gewone soldij terug; bij herhaling van het feit kan men den kortingstijd verleugen; men zoude de regeling aan kompagnies-kommandanten kunnen overlaten, als het algemeen beginsel eenmaal aangenomen is. In Engeland werd vroeger de soldij steeds wekelijks uitgekeerd doch daar men de kwade gevolgen zag wanneer de soldaat te veel geld in eens in handen kreeg, betaalde men hem later per dag uit. Een der sergeanten is onder den titel van paymaster daartoe aan gewezen, hij doet daar de functie van onzen sergeant-majoor. Het is waar, het schijnt daar een algemeene maatregel te we zen doch wil men een ander voorbeeld In Pruisen behoort onder de gewone //Disciplinar Strafen" o. a. ook'/gegen Gefreite und Gemeine" //Entziehung der freien Disposition iiber das Tractament und des- //sen Ueberweisung an einen Unteroffizier zur Verwaltung oder zur //Auszahlung desselben in tiiglichen Raten" (zie //Preussisches Feld- Taschenbuch für Offiziere aller Waffen", bladz. 843). De vraag komt onwillekeurig opj of de korting wel zal baten, daar de soldaten geneigd zijn elkander te helpen en allicht eenige centen voor borrels voorschieten. Hierop kan worden geantwoord, dat het karakter van den soldaat wel medebrengt, den kameraad op die wijze bij te springen en zelf te onthalenmits het niet te lang dure. Men zal zijnen makker, die in geldverlegenheid zit, wel leenen tot den volgenden tractementsdagdes noods tot de maand om is en de extra-verdiensten binnenkomen, maar ook niet langer, geen drie of zes maanden, zoolang gaat het onderling crediet niet; de soldaat leeft te veel bij den dag, zoo gewonnen zoo geronnen. Zoo vreezen wijdat de jongste bepaling op het uitbetalen van het geldswaardig bedrag der bij vernieuwing te ontvangen klein- equipementstukken in stede der kleeding in natura de dronken schap in de hand zal werken. 362

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 369