29 sappeurs, daaronder met begrepen de militaire opzichters der genie, de magazijnmeesters en de bij het topographisch bureau en de mi litaire verkenningen geplaatste officieren. De nieuwe formatie, welke gerekend wordt eene besparing te zullen geven van ruim f 37000, beoogt eene vermeerdering van het aantal genie-officieren, benevens eene hervorming van het korps sappeurs, thans schier uitsluitend voor de geniewerken gebezigdin een korps mineurs en sappeurs geoefendbewapend en uitgerust voor den dienst te veldebehoudens afzondering van een gedeelte ter vorming van een korps geniewerk lieden, waarvan de sterkte afhankelijk zal zijn van de behoeite, en voorts zoodanig ingericht dat daaruit, behalve het verkrijgen van meer bekwame werklieden, ook eene ruimere beschikbaarheid van opzichtvoereud personeel voortvloeit, vooral noodig in verband met het stelsel van uitvoering der militaire bouwwerken door middel van aannemers. Van dit laatste korps zullen dan voortaan ook deel uitmaken de militaire opzichters der genie, waardoor het militaire gedeelte van het examen zal kunnen vervallen en dus meer kans zal bestaan dat, wanneer zulks onverhoopt mocht noodig wezen, ook practische burgerlijke bouwkundigen voor die betrekking zuilen kunnen gevonden worden. Bij koninklijke besluiten van 5 September 1870, No. 10 en 11, is eene nieuwe formatie Vastgesteld der militaire administratiezoo wel wat de intendance als wat de officieren-kwartiermeesters betreft, en zulks met uitbreiding van den werkkring dezer laatsten. Dien tengevolge zal het korps militaire ambtenaren geleidelijk komen te vervallen, Reeds in Maart j. 1. is door den gouverneur-generaal, onder nadere en thans verleende goedkeuring des konings, dit be ginsel toegepast bij de groote militaire hospitalen te Weltevreden, Samarang, Soerabaja en Willem I. waarbij kapiteins- of luitenants- kwartiermeester, in stede van militaire ambtenaren, als directeur zijn opgetreden. Eveneens was in Indië reeds voorloopig eenigermate voorzien geworden in de behoefte aan werkkrachten bij de inten dance, door detacheering namelijk van 3 tweede luitenants der in fanterie. Van de thans vastgestelde definitieve organisatiënwelke eene meerdere uitgaaf vereischen van respectivelijk f 64-466 en f 19510, worden voor de leger-administratie in het algemeen en voor het hospitaalbeheer in het bijzonder goede uitkomsten ver wacht. De bij eene vorige gelegenheid uit Indië betoogde behoefte eener speciale opleiding voor de intendance is aldaar nader m onderzoek. In Mei j. 1. is de formatie der paardenartsen gewijzigd voor zoo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 36