365
Het zijn juist de zware garnizoensdiensten tegen welke wij te
velde trekken.
Men beschouwt ten dien opzichte de werkkring van het leger
veelal uit een verkeerd oogpunt.
Het is immers de taak van het leger niet, om civiele pakhuizen,
geldkantoren, bureaux, civiele gevangenen te bewaken, 's lands gel
den of burgerlijke gevangenen te escorteeren en dergelijke.
Die taak is, zich voor te bereiden voor zijne roeping te velde
en om, voor zooveel geschieden kan, in eigen behoeften te voorzien.
Het is duidelijk, dat men in vredestijd den gewapenden arm kan
verleenenwaar de krachten eener goede politie te kort schieten,
bijv. bij volksoploopen, verzet enz., bij buitengewone voorvallen of
omstandighedenmaar in gewone tijden moeten de politie en ook
het rechtswezen zoo goed georganiseerd zijn, dat zij militaire hulp
kan ontberen.
In en om de civiele en militaire gevangenis te Weltevreden ston
den, nog niet lang geleden, des nachts niet minder dan 10 schild
wachten; of 't een groote staatsgevangenis, een tweede bastille was.
Hoe kwam dat? Omdat het lage en in 1 a lf steensmuren opge
trokken gebouw niet aan de eischen eener goede gevangenis voldeed
en men er gemakkelijk uit kon ontvluchten.
Nu moest het leger in dat gebrek voorzien.
Door dergelijke oorzaken en omdat de militaire autoriteit steeds
gewillig het oor leende aan de aanvragen van het civiel bestuur om
militaire hulp, zijn er vroeger jaren voorbijgegaan, waarin de soldaat
slechts 2 a 3 wachtvrije nachten had. Thans is dit verbeterd.
Nog wenschten wij:
4°. het oprichten in vredestijd van oefeningskampen op eenigen
afstand van enkele garnizoenen.
Een plan is daartoe ten vorige jare ontworpen, doch schijnt op de
aan de uitvoering verbonden onvermijdelijke uitgaven te zijn gestuit.
Niets wekt de kameraadschap en het onderling vertrouwen meer
op tusschen de verschillende korpsen en wapensoorten, en werkt zoo
den goeden krijgsgeest in de hand, dan het gezamentlijk verduren
van vermoeienissen en gevaren.
Tusschen de officieren en minderendie dezelfde expeditie hebben
medegemaakt, die elkander in moeielijke omstandigheden hebben
leeren kennen en waardeeren, ontstaat een band die nimmer verbroken
wordt.