368 //haven der krijgstucht, de regelingen van den dienst, dan wel ongunstige hbeoordeelingen der chefs en hunne handelingen; zij worden overal «met graagte in de kantines enz. gelezen en voorgelezen; de uit- //komst daarvan kan niet twijfelachtig zijn bij de velen in dit leger, //die door zucht naar het avontuurlijke of naar roem en promotie //naar Indië werden gedrevendoch zich dienaangaande veelal deer- //lijk teleurgesteld vonden; bij de velen, die slechts door hun gedrag //en hunne antecedenten verhinderd worden carrière te makendoch //wier opvoeding en heldere begrippen hen anders gemakkelijk tot de //hoogste rangen zouden doen opklimmen." Als een staaltje hoe soms geschreven wordt, herinneren wij u zeker opstel in het militair tijdschrift //Mars" N° 1 van 1869. Sprekende over in te voeren verbeteringen voor het legerwaarop door de redactie is gewezen, lezen wij daar immers: //Keulen en Aken zijn niet op eenen dag gebouwd en allen weten //te goed hoeveel moeite het kost, om de oude ingewortelde denk- //beelden, onder wier regime de meeste onzer tegenwoordige hoofd- //officieren zijn gevormd, te verwrikken en door gezonderemildere //met den tegenwoordigen tijdsgeest strookende ideëen te doen ver- //vangen, dan dat een onzer zich zou gevleid hebben zoo spoedig //reeds vruchten van dien arbeid te zien. Sommigen dergenen, die //invloed uitoefenen op den gang der zaken, kunnen niet wegens //stupiditeit, anderen niet willen, uit gehechtheid aan dien gemakke- //lijken ouden slender" enz. Wat verder: //Wij verlangen de oprichting van een generalen staf, die uit iets //anders dan copiïsten bestaat." Sommigen noemen dat eene met den tijdsgeest strookendeliberale richting voorstaan. Het is gevaarlijk, om bij een leger, vooral als het indische, te veel aan dien tijdsgeest toe te geven; men verzwakt daardoor het onmisbaar relief van de korpschefs en de gevolgen laten zich niet wachten, de krijgstucht o. a. verslapt. Men zij liberaal in alles, behalve wat de krijgstucht aanbelangt; zonder strenge handhaving van deze is geen goed Indisch leger bestaanbaar, een leger, bij hetwelk men in tijden van gevaar uit den aard der zaak zoovele der moreele hefboomen mist, die op de legers in constitutioneele landen zoo krachtig werken. Eindelijk wilden wij u, ten zevende, onze denkbeelden mededeelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 375