369 omtrent eene verbetering der krijgstucht onder de inlandsche mili tairen. Een der hoofdoorzaken tot de vermindering daarvan ligt in het tegenwoordige gehalte van het inlandsche kader. De inlandsche of ficieren en korporaals hebben weinig begripdoch ook weinig aan drift om hun gezag voortdurend te handhaven. Voor het oog van het europeesche kader en de officieren doen sommigen hun best, maar beschouw ze in den dagelijkscheu om gang met hunne minderen. Dan is het geheel anders. Zij laten zich door de soldaten //abang" (oudere broeder) noemen, veroorlo ven zich allerlei gemeenzaamheid en wij mogen er zeker van zijn dat er in het Javaansch heel wat onbetamelijks over ons gesproken wordt. Zij hebben te weinig ontzag bij de ondergeschiktenvooral onder de oudere soldaten, en langzamerhand ontwaart men, bij de gelijkheid van denkbeeldenook een geest van gelijkheid van stand en positie, die schadelijk voor de krijgstucht is. Hoort men wel eens van door inlandsche onderofficieren en kor poraals gemaakte rapporten over vergrijpen van hunne onderschik ten? zoo ja, dan is het toch zeldzaam; integendeel, wij houden ons overtuigd dat behoudens enkele uitzonderingen, want we hebben ook eenige flinke onderofficierenvelen het kwaad bedekkeudat is stijven. Gelooft ge niet dat het inlandsche kader weet of weten kan, hetzij eigen ervaring of door tusschenkomst der vrouwen, waar het kleine equipement blijft, dat in de groote garnizoenen bij duizende stuks 'sjaars verkocht wordt? Doch de meerderen spelen dikwijls zelf met hunne onderhoorigen en ik ben zeker dat menig stuk goed verkocht is om de speelschuld aan sergeant a of korporaal i te vol doen men komt door de bij den inlander als ingeboren halstarrige ontkenning van misdrijven maar zelden achter de waarheid. Wij schrijven dien toestand van het inlandsche kader grooten- deels toe aan het volslagen gemis aan vooruitzicht om het nog ver der dan sergeant te brengen. Een vlugge javaan, die op zijn 18e jaar in dienst treedt, kan bijv. op zijn 24e jaar sergeant zijn; hij is vol leven en ambitie zoo lang hij dien graad nog voor zich heeft, doch het eenmaal zoover gebracht hebbende, is de verdere weg geheel afgesloten en heeft hij het weinig aanlokkelijk vooruitzicht een twintigtal jaren, tot aan zijn gagement, in dezelfde positie te blijven, zonder hoop op ver meerdering van tractement of verhooging van rang. Hij creëert zich

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 376